Het was misschien ondenkbaar dat de beschaafden zelf veranderden in barbaren. Het was in elk geval hun grootste angst, groter nog dan de angst dat de barbaren kwamen binnenvallen. De besmetting.
Weten we van de barbaren nog wat ze zijn, van de 'nieuwe' barbaren weten we dat nog nauwelijks. In zekere zin is het boek van Baricco een verwelkoming van die nieuwe barbaren. Je schiet er weinig mee op wanneer je je terugtrekt in je burcht en het land aan de barbaren laat. Beter kun je met hen kennismaken en doorgaan met sturen, grip krijgen op de situatie.
De nieuwe barbaren kun je niet interesseren voor de waarden van traditie door hen te verleiden. Ze zullen wel soms de voordelen van die verleiding meepakken maar de inhoud laten liggen, of verdunnen tot nostalgie.
Wel kun je hun bestaan veredelen. Dat en niets minder is de inzet van Baricco. Hij wil zich verdiepen in de nieuwe barbaar, zijn Hollywoodwijn en steriele voetbal. Maar daardoor wil hij meer grip op hem krijgen, zodat zijn leven tot een beschavingsniveau wordt gebracht. Een beschaving die alleen voor hem geldt, die bij hem past.
Vreemd genoeg ontbreekt het christendom volledig in dit boek. Was de christianisering van de Romeinen niet ook een mutatie van de oude, beschaafde Romein? Moesten de oude filosofen niet eveneens bedenken hoe ze de nieuwe, volkse christenen te lijf konden gaan op basis van een principiƫle acceptatie? Mocht dit ergens op slaan, dan is er een verwisseling in zicht. De Romeinen werden door hun mutanten immers al gauw zelf als een soort barbaren gezien.
Tweede teken van die verwisseling: de stijl van Baricco zelf. Dit boek geldt als leesbaarder dan de andere, de romans. Hij heeft de stukken ook snel geschreven. Het is alsof hij de nieuwe barbaren ziet als nieuwe beschaafden, bij wie hij wil horen door hen al te imiteren voordat ze bestaan. De veredeling geldt dus allereerst ons, ons beschaafden. Ons, barbaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten