zaterdag 15 juli 2017

Steen versus doek - Space Odyssey revisited

Het was onhelder of Maarten en ik deze film voorgeschoteld kregen op advies van Martin Scorsese of dat Eye het uit eigen beweging had geprogrammeerd. Hoe dan ook, we kwamen voor film en het was deze. We kregen de architectuur van het museum er gratis bij, alsmede de schittering in het water en de pauze, waarna net als in het begin de ouverture bij zwart doek volgde. Ligeti's Lux aeterna.

De toon was gezet, de sfeer was gecreëerd. De film geeft toon en sfeer. Ik had hem al eens gezien op ons kleine tv-schermpje thuis. Zelfs toen kwam het plechtige monumentale karakter van de film wel over. En nu al helemaal, in die grote zaal.

Ik vroeg me af of die zwarte rechthoekige steen niet een symbool was van de film. In commentaren zag ik dat de afmetingen van die steen zo ongeveer corresponderen met het filmdoek, hoewel je natuurlijk nooit weet waar die film zoal wordt vertoond, en zeker niet verwacht dat hij op ons kleine tv-schermpje wordt vertoond.

De situatie was als volgt: allemaal 50-plussers, uitgezonderd de jonge Maarten en nog een paar jongeren, zaten te turen naar de overgangsmomenten van de mensheid, in verleden en toekomst. Vooral de toekomst. De oude mensen leefden bewust of onbewust toe naar het moment dat de astronaut in een grote lege zaal zit te eten, in zijn eentje, ergens voorbij de planeet Jupiter. Dan ligt hij in zijn sterfbed en verandert hij in een sterrenkind. De oude mensen in de zaal namen deel aan dit mysterie en hoopten ooit mysterieus en vriendelijk naar de aarde te kijken.

Naar verluidt had Kubrick oorspronkelijk nog een slotscène in gedachten. Het sterrenkind zou straling uitzenden waarmee de commando's die de kernoorlog in gang moesten zetten werden onderbroken. het sterrenkind is een vredeskind. De scène werd geschrapt omdat hij teveel een herhaling was van het slot van Dr. Strangelove.

Toch begrijp ik nu beter dat we naar een hippiefilm zaten te kijken. Het had al duidelijk kunnen zijn door de lsd-scène, waarin we zitten te kijken naar het wormhole waardoor de astronaut gaat om terecht te komen bij zijn dood en wedergeboorte. Maar nu werd het extra duidelijk, omdat we het mysterie niet anders kunnen ervaren dan als een aansporing om dingen uit te zoeken.

En daar gingen we dan. Ik zocht meteen bij Deleuze, hoe zag hij de film? Maarten stuurde me een artikel van Roger Ebert. We willen het weten. Ook Rock Hudson schijnt tijdens de film te hebben geroepen: 'Will someone tell me what the hell this is about?' Het resultaat van deze naspeuringen kan niet anders zijn dan een ander mysterie, of enkele banale randopmerkingen. Deleuze spreekt van 'ononderscheidbaarheid' in het verschil tussen twee aspecten van de wereld die hij gelijkstelt met het brein. Het ene aspect is het innerlijk, en dat stuit in zijn beweging naar buiten op het universum en op de toekomst. Die uiterlijke oneindigheid is eveneens een brein. En bij het sterrenkind weten we niet meer waarmee we te maken hebben, met het innerlijk dat veruiterlijkt is, of met een gezicht van de toekomstige kosmos dat ons aanstaart.

De toekomst is nu, zegt elke sciencefiction, en de ontmoeting met de alien kan worden opgevat, volgens Inez, als een 'momentary taste of being'. Daarmee lijkt Inez te kiezen voor de voorbijgaande, buigzame kant van de symboliek.

Zelf zou ik toch ook willen doordenken op de steen, het monument. Die keert steeds terug, de steen is wat blijft, wat staat. Vergelijk het met de icoon, die anders dan het schilderij op vast materiaal staat, op hout. Dat geeft niet mee. De Russische filosoof Pavel Florensky vindt dat een belangrijk punt. Tegelijk zegt Florensky dat de icoon zeer kwetsbaar is. Er moet een sfeer en cultuur omheen bestaan die het respect voor de icoon ondersteunt.

Een dergelijke sfeer en cultuur was er wel degelijk, in het Eye. Maar misschien ook wel toen de film een halve eeuw geleden werd vertoond en mensen de zaal uitliepen, of zelf aan de lsd gingen om ononderscheidbaar in de film te verdwijnen. Ik ga bijna geloven in de vredescheppende kracht van deze film doordat hij zich beweegt in een symboliek die belangrijk is geweest, en nog steeds belangrijk is, voor de relatie tussen de wereldmachten, met name Rusland en de VS.

Ik herinner me de expo in Moskou, op het terrein van de wereldtentoonstelling uit de tijd van Chroestsjov. De expo stond in het teken van de 'broederschap' tussen de VS en Rusland. Gezinnen barbecueden op de grasperken. Militairen met uzi's beschermden de zalen met ultradure auto's. Binnen stond de sojoezcabine gebroederlijk naast de Amerikaanse landingscapsule. Je ervoer hoe dicht oorlog, vrede (MIR), rivaliteit, extase, techniek, nuchter realisme, elite en populisme elkaar raakten op deze plaats.

Er wordt gezegd dat Kubrick nog even gedacht had de aliens in beeld te brengen die de zwarte monoliet plaatsten. Om allerlei redenen zag hij ervan af. Meer dan wat ook is het nu een permanente momentary taste of being.

 Afbeeldingsresultaat voor putin trump

donderdag 13 juli 2017

De rijkdommen van Ina Hobbelink-Doorduin

Inez heeft meegewerkt aan de autobiografie van Ina Hobbelink-Doorduin. Ina vertelt, en Inez heeft het omgeschreven tot een leestekst. Bij autobiografie gaan bij mij allemaal bellen rinkelen: Augustinus, Rousseau, en van Inez kreeg ik de essais cadeau van Montaigne die zich het liefst in zijn blootje aan zijn lezers zou vertonen.

Ina is niet bloot maar vooral trots. Ze heeft een rijk leven en wil ons haar rijkdom laten zien. Veel van die rijkdom betreft het lot van haar naasten, veel betreft hun ziekte en overlijden. Het leven gaat nu eenmaal zo, en al deze mensen hebben voor Ina betekenis, ze verrijken het leven dat zij leidt en waarop ze terugkijkt.

Er zit wel levensbeschouwing in, meditatie, Jung, therapie. Ina wordt soms opgetild, en probeert haar leven en lezers ook op te tillen door de momenten eruit te lichten en haar hart te laten spreken. Maar nergens wordt het filosofie. Het leven vertellen is alleen mogelijk wanneer je het afschermt van graven, teveel dimensie, teveel reliëf. Ina draagt het tempo en het ritme.

Het lezen van deze autobiografie kan twee effecten hebben. Het ene is dat je beduusd raakt tussen al die weelde en je eigen leven armoedig gaat vinden. Het andere mogelijke effect is dat je Ina leest als een elckerlyc. Ah, maar zo kun je ook naar het leven kijken, ook naar je eigen leven! Naar het leven van je naasten. Ze leven, ze worden ziek, ze gaan dood.

Werkelijk elk moment in dat voorbijgaande leven heeft waarde. Daarom is deze autobiografie geen boeddhistisch boek, geen memento mori of de beschouwing van wat voorbijgaat. Het is de beschouwing van wat het verdiend te worden beschouwd, dus eigenlijk alles.
Afbeeldingsresultaat voor ina hobbelink

Carnivalesque

Deze roman is van de Ierse schrijver Neal Jordan. Hij gaat over een jongen die het glaspaleis op de kermis betreedt en dan een soort hergeboorte meemaakt. Misschien is het hele leven van iedereen wel zoiets. Je valt in stukjes uit elkaar, en misschien was dat altijd al zo.

Misschien ook daarom valt het de critici lastig er iets van te maken. Ze denken dat het gaat over de Oedipousrelatie, over het opgroeien van een puber of dat het hele leven een kermis is. Dat is allemaal wel waar, maar ook deze invalshoeken zijn maar weer spiegels die de roman in gang kunnen zetten.

Daarnaast zou je de carnies, het kermispersoneel, kunnen beschouwen als de dragers van deze levensinstelling, van een leven nu eens hier, dan weer daar, blootgesteld aan de hemel, de geschiedenis en wat niet al.

Afbeeldingsresultaat voor hully gully