zaterdag 6 mei 2017

De ereburger - Filmkomedie in Argentinië

Een Nobelprijswinnaar voor literatuur besluit om alle uitnodigingen af te zeggen en alleen in te gaan op de uitnodiging van zijn geboortedorp in Argentinië. Hij had schoon genoeg van de hypocrisie van de elite die hem de prijs bezorgde en bij de uitreiking gaf hij die elite er flink van langs. Het gaf al te denken dat er een dode flamingo in de vijver lag.

Het geboortedorp onthaalt de schrijver alsof het Jezus zelf is. Hij wordt van het vliegveld opgehaald in een krakkemikkige auto die ook nog eens lek rijdt op honderd kilometer. Maar het dorp doet niet te flauw en herhaalt de uitreiking met de schoonheidskoningin gewoon een dag later. Vooraf wordt hij, in plaats van op een ezel, opgehaald met een brandweerauto met de burgemeester en de schoonheidskoningin van Salas.

Al heel snel raakt Mantovani verwikkeld in de gecompliceerde betrekkingen van het dorp. Daarbij speelt ook mee dat hij in zijn romans zelf heeft geschreven over de kinderjaren. Langzaam raakt hij klem tussen de door belangen gedreven verering en de verachting door de rest. De man die zich opwerpt als zijn vriend en beschermer raakt ook snel in hem teleurgesteld en met zijn ex-schoonzoon gooit hij hem in de pampas uit de auto en nu stop ik op tijd wegens spoilergevaar, maar met mijn Jezushint mag de lezer zelf raden.

Hier enkele spiegelmogelijkheden om te illustreren dat deze film deel uitmaakt van een klein symbolisch universum.

Eerst moest ik denken aan Coetzees roman Summer time, waarin hij zijn geboortestreek opzoekt. Ook zo'n eigenzinnige schrijver met een buitengewone belangstelling voor Jezus. Hij krijgt de wind van voren van allerlei vrouwen die confronterende herinneringen aan hem ophalen. Maar het is Coetzee zelf die schrijft en hij wint dus bij voorbaat.

Tweede spiegeling. Jezus zelf, de man van Nazaret. Hij keert terug naar zijn geboortedorp om er te onderwijzen en te genezen. Maar de mensen moeten niets van hem hebben. Ze drijven hem naar het ravijn en willen hem erin kiepen. Maar Jezus loopt door de menigte en niemand durft hem iets te doen. Toch weten we hoe het afloopt. Misschien wil het verhaal ons leren dat alles in Jezus' leven vooruitwijst naar zijn dood en verrijzenis, zelfs zijn geboorteplaats. Zijn afkomst naar het vleesch ligt er wel, maar zeker niet zijn bestemming, want dat is zitten aan de rechterhand van de Vader.

Dan is er nog het spiegelverhaal van mijn vriend Marc van der Post, die weliswaar in Argentinië niet naar zijn geboorteplaats is gegaan, maar wel degelijk tussen eenvoudige mensen woont, met christelijke motieven, over zijn leven daar schrijft en zelfs een boek over de mensen in El Yagüel heeft geschreven dat de mensen kunnen lezen en voor wie hij schrijver is. Marcs presentie heeft tot dusver nauwelijks de trekken van een lijdensverhaal, maar er zit zeker het motief van genezende presentie in. Ook Mantovani houdt tot het einde vol dat hij naar het dorp komt om de mensen een beter leven te geven. Voor enkele jongeren heeft hij ook echt iets te bieden, zoals de jongen achter de balie van het hotel, die verhalen schrijft die Mantovani goed vindt en belooft te publiceren.

L'histoire se répète, peut-être. De jongen achter de balie neemt het estafettestokje over van Martinez zelf, die zich met hem kan identificeren. Vader, zoon en misschien ook nog de geest, de vrouwen die vroeger of later iets in de schrijver zien, hem willen redden of via hem willen ontsnappen aan het dorp. Reddende presentie?

Het dorp zelf, dat is de hel. De mensen zijn er zeker niet minder hypocriet dan de elite in Stockholm wanneer het aankomt op cultuur. Vanuit het oogpunt van de schrijver worden beide hypocriete gemeenschappen tegen elkaar uitgespeeld waarna de schrijver zelf achterblijft, in communicatie met zijn eigen narcistische ik dat hij dan wel weer prima kan gebruiken voor zijn volgende novelle.

De spiegelverhalen leren ons dat we op een of andere manier in de theologie zitten. Schrijven is een vorm van scheppen, het is een creatieve act. De film van de Argentijnen Duprat en Cohn is een onderzoek naar de mogelijkheid ervan, een experiment. Daarmee staan ze in een lange traditie van vooral de Middeleeuwen waarin de monotheïsmen hun verhouding tot de filosofie op uiteenlopende manieren bepaalden. In het boekje van Agamben over de novelle Bartleby the scrivener van Melville kunnen we er meer over lezen. In de islam bijvoorbeeld ontstaat een splitsing tussen de soennitische theologie van de motecallemim en de volgelingen van Aristoteles, de falasifa.

De schepping volgens de soennitische theologen houdt in dat God op elk moment de dingen al dan niet schept. Dan zijn ze er ook volledig, of ze zijn er niet. To be or not to be. Bij de falasifa daarentegen zijn er tussen de geschapen dingen zaken die niet eenvoudig te herleiden zijn tot zijn of niet-zijn. Daartoe behoort de mogelijkheid. Agamben herhaalt voortdurend de filosofie van Aristoteles volgens welke iets, als het mogelijk is om te zijn, het tegelijk ook mogelijk is om niet te zijn. De dingen raken als het ware in een zweeftoestand, tussen zijn en niet-zijn in. De nul moet worden vernietigd om het vermogen te scheppen, om het om te zetten in realisering.

De Argentijnse film beeldt dit mooi uit. De schrijver Mantovani lijkt met zijn kritiek op het Nobel-comité de wereld tot nul te reduceren. Maar eigenlijk bevindt hij zich in de dynamiek, in de mogelijkheid. Die heeft hij nodig om te kunnen scheppen. Hij moet daarom zijn verleden beroven van zijn massiviteit en het maken tot iets contingents, iets dat er is maar evengoed niet had kunnen zijn.

Agamben legt uit dat we Bartleby, die zijn opdrachten weigert met de zin 'I would prefer not to', niet moeten opvatten als een Jezus: 'Maar als Bartleby een nieuwe Messias is, komt hij niet, zoals Jezus, om vrij te kopen wat er geworden is, maar om te redden wat er niet geworden is.' Dat geldt zeker ook voor Mantovani. De mensen verlossen uit hun situatie ligt boven zijn macht, al regelt hij wel een electrische rolstoel voor een gehandicapte. Wat hij met zijn experiment bereikt is de verkenning van zichzelf als een ongerealiseerde mogelijkheid, als de schrijver die evengoed geen schrijver had kunnen worden omdat alle krachten in het dorp hem tegenwerken. Om weer schrijver te kunnen zijn moet hij ook in staat zijn om geen schrijver te zijn, om te worden gemangeld tussen de zwartkomische verwikkelingen in zijn geboortedorp.

We hebben dus bij nader inzien niet te maken met een herhaling van de geschiedenis, maar met wat Agamben 'decreatie' noemt, 'waarin datgene wat is gebeurd en datgene wat niet geworden is hersteld zijn in hun oorspronkelijke eenheid in de gedachten van God en datgene wat in staat was niet te zijn en wat geworden is in datgene wat kon zijn en niet geworden is.'

De lezer vraagt zich misschien af of ik zelf niet ook af en toe moe word van die filosofie van Agamben die ik voortdurend loslaat op wat ik meemaak en op mijn vrienden. De vriendin met wie ik de film bekeek had ineens een creatief idee. Ze stelde de wekker in op 15 minuten waarin we niet praatten. Je zou dus kunnen zeggen: een daad van decreatie. Mijn blogs heb ik weer voor het evenwicht. Zo ongeveer moet het zijn als je schrijver bent, of God zelf.

Afbeeldingsresultaat voor ciudadano ilustre


dinsdag 2 mei 2017

De wereld overschrijven - Qiu Zhijie

Vandaag had ik weer zo'n wonderlijke belevenis die misschien eerder moet worden beschreven in mijn reeks Oefeningen in wat ik zoal meemaak. Wat ik las leek naadloos aan te sluiten bij wat ik meemaakte. Ik las Deleuze over de kopiist Bartleby, het beroemde verhaal van Melville. Bartleby verricht belangrijk werk op een advocatenbureau, en krijgt steeds interessantere opdrachten, het corrigeren van drukproeven enzo. Maar hij wil maar een ding en dat is gewoon schrijven. Bij elke opdracht reageert hij met 'I would prefer not to', tot vertwijfeling van zijn baas. Deleuze beschouwt deze reactie als een formule die wel in de Engelse taal past maar toch niet gauw zo zal worden gezegd. Dat is het mooie van Amerika, zegt Deleuze. Bartleby is echt een individu en verbeeldt de Amerikaanse droom. Dat is een archipel. Allemaal eilandjes, maar elk eilandje representeert de hele wereld. Immigranten komen vrij het land binnen en kunnen blijven reizen.

Toen ik de trein uitstapte in Eindhoven liep ik met Inez naar de expositie Journals without arrivals van de Chinese kunstenaar Qiu Zhijie in het Van Abbemuseum. De titel alleen al herinnert aan de thematiek die ik zojuist bij Deleuze had gelezen. Al bij binnenkomst zagen we enorme plakaten aan de muur met allemaal namen erop geschreven eindigend op -isme, postmodernisme, egoïsme en noem maar op. Het waren allemaal gebiedjes binnen plakaten met eilandachtige omtrekken en het geheel vormde een archipel. Een andere ruimte was gevuld met grote voeten die hol waren en van rietstengels gevlochten, dat spul waarvan ze vroeger ook manden maakten. In elke voet lag een groente- of fruitsoort met een toelichting dat deze groente ooit vanuit het Westen in China was geïmporteerd. De voeten stonden allemaal in dezelfde richting. De groenten waren op reis, en naar het leek inderdaad zonder aankomst.

Waarmee had ik te maken? Met de Amerikaanse droom van een Chinees natuurlijk, dat zag je zo. Die Chinees woont nog steeds in China en lijkt zich daar prima te handhaven. Dus het kan zijn dat China zelf in een soort Amerika is veranderd, zeker nu Amerika zelf allerlei trekjes van China overneemt, de controle op de media met name.

Toch kun je de kunstwerken van Qiu moeilijk zien als toonbeelden van Amerikaans pragmatisme. Daarvoor was hij tezeer geïnteresseerd in het geheugen. We lagen op een ligbank in een donkere ruimte omringd door vier filmschermen. Steeds lichtte er een scherm op waarop te zien was hoe iemand een lucifer aanstak en een voorwerp bijlichtte dat zich ergens in een donkere Chinese ruimte bevond. De lucifer brandde op, werd neergegooid en het scherm ging op zwart. Duidelijk een daad dus. Het was belangrijk dat de dingen uit het verleden werden bijgelicht, al verdwenen ze daarna weer in het donker. Net als deze blogs, die volgens mijn bijlichting rechts naast deze tekst oplichten en vervolgens weer wegzakken in het archief.

Wat is nu het geheim van de ethiek van Qiu? Heeft het iets te maken met zijn opvallend aanwezige kalligrafie? Overal die mooie karakters, video's waarop je Qiu die karakters zag schilderen. Leuzen uit alle tijden die hij overschreef, waardoor je (met enige toelichting) zag dat om de paar honderd jaar dezelfde leuzen langskomen.

We komen langzaam bij iets wat op een clou lijkt, een ontknoping of zoiets. Bij Melville wacht de lezer op het inzakken van het land, het wegzakken van de archipel in zee, de kopiist Bartleby wordt in de gevangenis gegooid. In Amerika brandt de burgeroorlog los en het is voorbij met de journeys without arrivals. Slaagt Qiu erin zijn reis gaande te houden, zijn land bij te lichten zolang hij in staat is te blijven branden?

Het geheim moet iets te maken hebben met de zorg voor het detail, gepaard aan toewijding. Qiu's toewijding gaat zo ver dat hij de brug over de Yangtse opzoekt, de boodschap van de zelfmoordenaar op de brugafscheiding uitwist, zijn vinger openprikt en met zijn bloed een nieuwe boodschap schrijft. Ik begrijp zijn boodschap niet, Waar ligt de hoofdstad van Madagascar?, schrijft hij. Heeft het iets te maken met het plan van Heydrich in WOII om alle Joden te deporteren naar Madagascar, dat hij weer uitwiste en verving door executies in Oost-Europa?

Wij vinden het allemaal zinloos, die boodschappen die wegzakken of worden uitgewist. Maar dat maakt niet uit. Dingen en gebeurtenissen trekken zich er niets van aan of wij ze zinvol vinden of niet. Wij trekken daaruit de conclusie dat we er dan ook geen aandacht aan hoeven te wijden. Spaar je energie voor zinnige dingen die blijven!

Maar wat moet iemand beginnen die wel aandacht wil geven aan al die dingen, gebeurtenissen en mensen die wegzakken in de duisternis, weggezakt zijn allang? Hem rest niets anders dan het zorgvuldige schrijven dat de namen van onze wereld opschrijft, steeds opnieuw totdat ze onleesbaar worden en het schrijven pure vervulling wordt. Als de reiziger aankomt zal hij niet zijn aangekomen omdat hij met zijn schrijven alle karakters overschrijft en daardoor uitwist. Zie mijn foto van het kunstwerk hieronder.

Hoe realiseert Qiu hiermee zijn droom die zo lijkt op de kopiist Bartleby en zijn karakter-achtige formule 'I would prefer not to'? Zoiets als een antwoord vinden we misschien in het camouflageproject van Qiu waaraan hij al meer dan twintig jaar werkt. De landen zijn eilandjes in een exuberante archipel. Ze moeten echter dichter tot elkaar komen, anders loopt het fout af met de wereld. Om dat te bereiken moeten ze enigszins onherkenbaar worden. Het worden patronen op een behang. Onopvallend liggen de landen nu in elkaars nabijheid. Alleen als je goed kijkt zie je in de patronen de omtrekken van de landen. Zo lijken alle Chinezen op elkaar en hebben ze ook geleerd op ons te lijken, zich onopvallend te bewegen in de marges van onze cultuur.

En precies zo beweegt het multiculturalisme dat niet zo mag worden genoemd ergens tussen ons, als een uitgewiste letter die wordt overgeschreven met eenzelfde letter, net zolang tot het in vervulling gaat. Zo ongeveer functioneert de toewijding aan het karakter in Qiu's ethiek, stel ik me voor.