zaterdag 25 juli 2015

Ayn Rand - Fountainhead

Er zijn drie filosofes die ik inmiddels heb gelezen, die me een steeds helderder gezicht van Amerika geven, en wellicht ook van het vrijheidsbeeld dat de bezoeker tegenkomt als hij dit monument betreedt. Hannah Arendt leerde me dat de plannen voor het republicanisme ooit werden uitgetekend op de boot erheen. Martha Nussbaum leerde me dat de klassieke Europese bronnen, Griekenland en het Jodendom, weer teruggeëxporteerd moeten worden naar Europa. Ayn Rand leerde me dat het negentiende-eeuwse Rusland Amerika nog steeds een hoop te bieden heeft.

Zou het een toeval zijn dat het om vrouwen gaat, zo'n drie à vier, inclusief dus dat vrijheidsbeeld? En dat onze Ayaan daar weer een nieuwe boodschap brengt of haalt? Et dat de schenkster van de roman van Ayn Rand ook een vrouw is, en - naar ik hoop - allerminst een keiharde neoliberaal? Verder is misschien van betekenis dat al deze vrouwen Aristoteles adoreerden.

Beperken we ons even tot Rand, anders wordt het wel erg ingewikkeld, en dat is het toch al.

Ik kreeg van diverse kanten te horen dat Rand de meest gewaardeerde auteur is van de VS, volgens sommigen zelfs hoger gewaardeerd dan de Bijbel, volgens anderen op een goede tweede plaats, volgens weer anderen kon dit volstrekt niet waar zijn, want waar slaat dat nu op?

Rand zelf is dan wel een erg belangrijke inspirator van het (te) principiële laissez faire-kapitalisme, ze had heel wat uit te leggen toen haar roman zo goed bleek te verkopen. Want als je The Fountainhead leest, is dat zeker geen pleidooi voor het ongebreidelde kopen van de oneindig verlangende massa's. Haar roman lezend heeft Rand wel heel veel vertrouwen in een ideale mens die alles perfect kan uitleggen, zo perfect dat de jury besluit tot vrijspraak. Vervolgens, na haar twee romans, legde Rand haar ideeën uit in de vorm van een filosofisch exposé. Ze was nu eenmaal filosofe en de porté van haar romans was, naar het nu leek te blijken, filosofisch.

Wie zoekt naar tegenargumenten vindt ook wel weer wat. Zoals Rand, 25 jaar na verschijning, wanneer ze verduidelijkt:
Ik zeg met klem: mijn doel is niét de filosofische verlichting van mijn lezers... Mijn doel, eerste motief en eerste beweegreden is een portret geven van Howard Roark als doel op zich.... (De eeuwige bron, p.727)
In één klap worden we dus teruggeslingerd naar de negentiende eeuwse romantiek, l'art pour l'art en, wat eigenlijk ook wel voor het opscheppen ligt bij zo'n esthetisch maximaliste als Rand, Nietzsche.

Maar ook op Nietzsche heeft Rand enige kritiek.Ze schijnt hem wel te vereren, maar toch vooral voorzover deze de maximale mens vereert: 'De nobele ziel heeft eerbied voor zichzelf.' (Jenseits von Got und Böse). Minder tevreden was Rand met Also sprach Zarathustra, omdat de profeet daar vooral veel wil geven, en dat geven past iets minder bij de zelfverering van de mens. Althans, zo lijkt het.

Ik heb sterk het gevoel dat Rand Amerika erg veel heeft kunnen geven vooral vanwege, en niet ondanks, haar Russische jeugd. Ayn Rand werd in 1905 geboren in Sint Petersburg als Али́са Зино́вьевна Розенба́ум (Alisa Zinovjeva Rozenbaum) als dochter van atheïstische ouders van joodse afkomst. Op een of andere manier moet zij of iemand anders uit de Cyrillische letters van haar naam op haar diploma de naam Ayn Rand hebben afgeleid. Oordeelt u zelf of u de Latijnse letters Ayn Rand uit de Cyrillische letters kunt halen: Али́са Зино́вьевна Розенба́ум. Mij lukt het niet om dat te doen.

Rand heeft eerst haar twee meesterromans geschreven, en daarna pas de noodzaak gevoeld de filosofische ideeën daarin te isoleren en uit te leggen. Dat essay zal ik nog wel eens lezen. Stap voor stap, want deze eerste roman, The Fountainhead, was al een roman van negentiende-eeuwse dimensies.

Het is echt een ideeënroman. Heb je Dostojevski gelezen, dan komt die vorm je vertrouwd voor. Een stuk verhaal, dan uitgebreide dialogen. Die zijn steeds op het scherp van de snede, alsof de personages elkaar voor het laatst tegenkomen en het alleressentieelste willen vertellen. En niet in korte statements, maar bladzijden lang. Minder sterk vind ik Rand in de verwisselingen en overgangen. Maar ze zei het zelf al, het is geen meerstemmige roman, maar een portret van Howard Roark.

Roark is een architect die doet waar hij zin in heeft, wat hij belangrijk vindt, wat overeenkomt met zijn waardesysteem, volstrekt onafhankelijk van iedereen. Hij loopt precies om die eigenschap voortdurend tegen obstakels. Maar dat deert hem niet, want hij is echt een held. En daarvoor valt zijn tegenspeelster Dominique Francon, alias Ayn Rand, zelf.

Heel lang lijkt het plot zich te bewegen volgens de wetten van een Griekse tragedie. Eerst heb je een vorst met verantwoordelijkheidsbesef (Oidipous), dan verstrikt hij zich, of stuit hij (Kreon) op een vrouw (Antigone) die zo haar eigen willetje heeft en vinden er wat ondergangen (Wynand) of narrow escapes (Roark) plaats, nadat iedereen zijn ware identiteit heeft onthuld.

Het zou mij voorlopig nog onhelder zijn hoe je met dit plot uitkomt bij het egoïsme dat geldt als de kern van Ayn's filosofie. De personages willen de wereld vooral veel geven en anderen ontzien die dat ook willen. Dat 'heel veel' wordt zowat afgemeten aan de indruk die de skyline van New York op je maakt als je op de juiste afstand staat, met niet teveel oog voor detail of ornament maar wel voor de totaalindruk.

Mijn eerste indruk van Ayn Rand is dat ze opgevoed is met een Russische Nietzsche, een Nietzsche van de serebryannyj vek, de zilveren eeuw van 1890 tot 1920, met name na 1905, toen de Russische intellectuelen schrokken van de revolutie en oorlog, en conservatief reageerden. Daarbij namen ze de inspiratie van Nietzsche en het gemoderniseerde christelijk-orthodoxe geloof mee. Veel eerder al was de slavianofilstvo een onvervreemdbare erfenis van die intellectuelen, links en rechts, en inmiddels ook van het hele volk dat in de Bildung betrokken was.

Rand stond van meet af aan al aan de kant van de conservatieve aristocratie, maar had wellicht als dochter van atheïsten geen trek in een nieuwe verworteling in de traditie. Na de revolutie richtten haar dromen zich op het Westen, en na haar aankomst in Amerika behield ze van Nietzsche zijn esthetische maximalisme. Haar weerzin tegen de communisten was zo groot dat ze van de weeromstuit nog meer dan Nietzsche gekant was tegen het opgelegde altruïsme van de religieuze tradities.

Waarom is Rand niet ten prooi gevallen aan de Amerikaanse geest van het conformisme zoals door Tocqueville verwoord? Wellicht hebben haar aristocratische afkomst en haar nietzscheanisme haar daartegen beschermd. Zo kon het gebeuren dat ze in plaats van een voorbeeld van integratie werd tot een belangrijke inspiratiebron van het morele en esthetische individualisme.

Hè. maar Rand was toch voorstander van het 'objectivisme'? Ja, dat moet ik duidelijk nog eens uitzoeken, hoe dat kan. Maar wanneer je ervan overtuigd bent dat het denken je brengt bij de ontdekking van hoge idealen, dan zijn die idealen objectief. Bovendien zijn ze waar, want Amerika was, zoals ze wel terecht dacht, objectief en historisch gegrond in het ideaal van de vrije burger die zich opwerkt van krantejongen tot miljonair. Dat was haar gelukt, en waarom dan niet ieder ander ook?

Dan blijf je wel zitten met het risico dat de meerderheid die jou niet kan volgen zich tegen je keert.
- Precies! Dat kun je haarfijn nalezen in The Fountainhead. De meerderheid keert zich tegen architect Howard Roark die vol overtuiging en met enorme talenten zijn eigen ding doet, het ontwerpen van supermooie gebouwen.

Dat probleem bestaat natuurlijk ook al bij Nietzsche. Het sterke individu staat geestelijk hoger dan de massa, maar de massa wil dat maar niet zien. Ze dient dus te worden misleid, wat de opzet is van mediamagnaat Wynand. Of ze wordt overtuigd van de waarheid in een sterk, filosofisch betoog, zoals Roark, die daarvoor niet eens een advocaat nodig heeft.

Dus terug naar de sofisten, de leraren in het oude Griekenland die de jongemannen leerden om de democratische meerderheid te overtuigen met sterke betogen? Ja, daar lijkt het wel op. Aan de andere kant is die Roark zeker geen doorsneefiguur. Hij lijkt af en toe zelfs op Sokrates, die zonder veel emoties de doodstraf accepteert, als dat nu eenmaal het gevolg is van zijn morele visie, en die ook bereid is om zich zonder beloning weg te cijferen voor iemand die onder zijn acties te lijden heeft. In de roman is dat Peter Keating, de architect die eerst bij de bouw van een opvanghuis was geholpen door Roark, wat helaas niet goed uitpakt. Roark besluit dan het huis op te blazen, om Keating tegen de kritiek te beschermen. Hij verduidelijkt aan Keating dat hij hem niet had moeten helpen, want dat pakt wel vaker niet goed uit, maar dat hij desondanks bereid is de gevolgen van zijn fout op zich te nemen, een eventuele gevangenisstraf.

Hoe kun je Amerikanen bewegen tot hoge morele idealen, terwijl ze zelf eerder geneigd zijn tot kuddementaliteit, dom nationalisme en consumentisme? Bij Rand neemt dit probleem de vorm aan van acceptatie op hoofdlijnen. Laat die Amerikanen maar consumeren, mits er maar een paar mensen zijn die hun bestaan in goede banen leiden: misschien politici, maar vooral ondernemers, journalisten en kunstenaars. Het lijkt erop dat het neoliberalisme, dat Rand zag als een van haar grootste inspirators,  maar weinig affiniteit had met haar artistieke idealen. Mij verraste het dat Alan Greenspan, voorzitter van het Federal Reserve System, sympathie had met haar gedachtegoed. Greenspan was toch vooral bezig met het voorkomen van catastrofes, wat hem niet eens lukte, en toch niet met de realisering van hoge idealen?

Laat ik even heel cynisch zijn. Zou Rand niet vooral voorzien in een vacuüm dat bij Amerikanen opspeelt wanneer ze stuiten op de ambivalente waardering vanuit de wereld? De Amerikanen grijpen vooral terug op hun protestantse God die hen altijd zal blijven steunen. Maar de Amerikanen hebben ook iets met rationalisme en verlichting. Echter, steeds wanneer ze daarover iets uitleggen, vervallen ze in de filosofie van het prozaïsche en het alledaagse. Daarvoor kunnen ze bij Aristoteles prima terecht.

Maar Aristoteles heeft ook een andere kant, het streven naar geluk (eudaimonia) en het ontbreken van enig eindigheidsethos. Maak van het leven wat ervan te maken valt, voor minder doen we het niet. Vergelijk dit ethos maar eens met Stephen Dedalus bij Joyce. Ook kun je een dergelijk ethos aantreffen bij Russische dichters die zich afzetten tegen de bureaucratische vervlakking van het communisme, bij Mandelsjtam en Achmatova. Mochten we in onze ambitieuze ondernemingen het onderspit delven, dan kunnen we altijd nog een monument of een ideaal nalaten dat weer anderen zal inspireren tot grootse daden.

Daarvan getuigt nog steeds, ook na nine eleven, de skyline van New York. Ik ben er nu al van overtuigd dat in Rand door mij nog ongeëxploreerde reservoirs verborgen zitten die mijn beeld van de American Dream aanvullen en bijstellen.




zondag 5 juli 2015

Leren lopen met Nynke

Eerst moet ik Nico Dijkshoorn prijzen. Want zelfs als je slecht schrijft over kunst, dan kun je dat schrijven altijd nog inzetten ten bate van de kunst. Ik kan het schrijven inzetten om mezelf naar de kunst te trekken en lezers het gevoel te geven dat kunst zelf niet onbereikbaar is. Onbereikbaar is alleen datgene waarnaar de kunst verwijst. Maar dat kun je de kunst niet verwijten, want die doet op haar manier het onmogelijke zoals ook ik hier het onmogelijke doe: verwijzen naar iets wat je boven de pet gaat.

Een kijker als ik heeft extra houvast nodig. Zo werd ik op de hoogte van de Artez Finals gebracht door collega Nynke van de Kamp, die er zelf exposeerde in de categorie docent BKV, beeldende kunst en vormgeving. Ze had me al verteld over haar schoenen en de plaats waar ik die kon aantreffen, tegen de achterwand. Een ander houvast is de strategie waarmee ik mezelf bescherm tegen de overvloed. In een museum zet ik vaak mijn oogkleppen op en ga naar het kunstwerk of de afdeling die ik het liefste wil zien. Nu echter koos ik ervoor niet naar de namen en de toelichting te kijken. Ik keek alleen naar wat me in het oog sprong.

Al gauw klom ik in het gebouw aan het Gele Rijdersplein naar de vijfde verdieping, waar de designers zich presenteerden. Mooie dingen, gemompel om me heen van studentes die elkaar vertelden wat ze al verkocht hadden. Het waren winkelafdelingen met de studentes als prachtige etalagepoppen ervoor.

Nynkes werk was ook design, maar ze was nu eenmaal gegaan voor de optie docent en haar werk stond daarom op de vierde verdieping. Zelf was ze er niet, maar haar schoenen stonden simpel naast elkaar uitgestald. Een stuk minder rommelig en met meer ruimte eromheen dan ik verwacht had. Maar goed, mijn verwachtingen waren wellicht bepaald door die paar keren dat ik een kunstacademie had gezien. Daar werd gewerkt, het was de keuken van de kunst en er was veel rommel. Dit was een museum en een winkel.

De schoenen waren diverser dan ik had gedacht. Minder technisch en meer esthetisch. De techniek was er overigens wel degelijk, en hij was zelfs erg zichtbaar: schoenen met een zool die in een figuur doorliep in een extra zool, met ertussen zichtbare radertjes. Die zouden bij het lopen in beweging worden gebracht en energie produceren. Daar zie je de inspiratie van Daan Roosegaarde, al moet ik bij hem eerder aan electronica denken. Hier dus evengoed aan mechanica. Nynke wil de energieopwekkende-schoenentechniek uitbreiden, zodat ze hopelijk ook onafhankelijk wordt van het onderwijs. En dat past alleen al bij het thema van de Artez Finals, 'Dreams Need Air'.

Bij Air denk ik meteen aan Nike schoenen, maar daar gaat het toch om de vering en de suggestie van vering. Bij Nynkes schoenen denk ik aan warmte-energie. Maar terwijl buiten de koperen ploert zijn martelwerk doet, bedenk ik me dat energie evengoed kan worden omgezet in koeling. Heerlijk! En dan heb ik het nog niet eens over dat broodje aap van gisteren, dat Lars Boom bij de grand départ in Utrecht zijn schoenen had laten liggen in de bus. In werkelijkheid had hij ze in de koeling gezet. Met de schoenen van Nynke van de Kamp zal dat niet meer nodig zijn, Lars!

Nog een paar prettige verrassingen stonden ernaast: vervormde glazen muiltjes of transparante schoenen. Evenzovele functies werden ermee gediend of gesuggereerd. Met een paar kon je grillig lopen. Dat zette me even aan het denken.

Want grillig lopen verwijst in mijn hoofd niet alleen naar John Cleese's silly walks, maar ook naar de muziek van Karl Heinz Stockhausen. Die reageerde ooit op de vraag waarom hij toch zo'n moeilijke, onspeelbare muziek componeerde. Hij vergeleek dit met het lopen op een andere planeet. Dat lijkt onmogelijk, maar na wat oefenen ga je het als natuurlijk ervaren.

Maar Herr Stockhausen, waarom zou je kunst als natuurlijk moeten ervaren? Mag het grillig lopen alsjeblieft grillig lopen blijven? Of schoenen die je doen denken aan grillig lopen, aan de grillige loop van de taal, de associaties, en hoe grillig dingen kunnen lopen?

Zo word je opgeleid tot docent BKV. Je leert een hoop bij, maar moet evengoed weer weg en krijgt dan weer een kans bij de Dutch Design expositie in Eindhoven. En ik denk aan een paar grillige loopjes met Nynke van station Tiel naar school, langs de opengebroken straat, zand, stenen, chaos en de schepbak van een graafmachine boven je hoofd.

Zou niet in elke kunstenaar en denker een Assepoester verborgen gaan, die in paniek raakt als de nachtklok slaat en dan haar transparante schoen verliest? Zou het sprookje Assepoester niet zelf die transparante schoen zijn die kinderen leert om grillig te lopen?