woensdag 8 mei 2019

Een kalmerende thriller van Baas

Frederik Baas, Dagboek uit de rivier

Alweer jaren geleden las ik Jan van Mersbergen over carnaval, dat hij beschreef aan een rivier en met een nadrukkelijke rol voor de rivier. In mijn blogserie Ideeën had ik onlangs weer nagedacht over de rivier, naar aanleiding van het boek van Martin Hendriksma over de Rijn. Omdat Van Mersbergen op de radio was met een nieuw boek, werd mijn aandacht getrokken naar zijn pseudoniem Frederik Baas en las ik de thriller Dagboek uit de rivier.

Ja lezer, veel informatie, en waar heeft dat voor nodig. Het is om u te schetsen hoe zich in mijn wereld steeds vertakkingen en samenvloeiingen voordoen. Als ik probeer te vertrouwen op een rivier, een gedachtegang of een boek, kom ik eigenlijk altijd wel uit bij een verrassing, waardoor ik beter begrijp waar ik nu eigenlijk mee bezig ben.

Dat geldt ook voor mijn blogseries. Er was alles voor te zeggen om mijn beschouwing over de thriller te parkeren bij Ideeën. Maar ik had hier al geschreven over dilemma's en Schirach, en dat bracht me op dat ik kan kijken naar dilemma's en aporieën met meer kleur, met inbegrip van de kleuren wit en zwart. Misschien kan ik met die blik ook naar mijn eigen dilemma's kijken, zoals genoemd dilemma waar ik mijn blog over de thriller kan parkeren.

Volg ik de thriller Dagboek uit de rivier, dan is de meest voor de hand liggende kleur die van water. Maar water heeft toch geen kleur? zult u zeggen. Ja, maar als wit en zwart kleuren kunnen zijn, dan kan water ook een kleur hebben. Die kleur mag dan wel onzichtbaar zijn, het wordt al iets overtuigender als we ons realiseren dat het onzichtbare in elke thriller een onmisbare rol speelt. Ook kom je al dichterbij wanneer je gaat letten op de klank van stromend water, en klank kan ook een kleur hebben.

De kleur van water wordt in deze thriller niet gethematiseerd. Uiteindelijk gaat het om moederschap. De schrijver is de moeder. Niet omdat hij een kind ter wereld brengt. Of liever, ja dat ook. Zijn kind is natuurlijk zijn boek, en daarbij moeten we denken aan dit boek, 'Dagboek uit de rivier'. Maar dat boek wordt pas mogelijk doordat er een echt kind bij hem komt. Hij moet de moeder worden van dat kind. En dan blijkt dat het geen kind is, maar een volwassene.

Je kunt hier met een metaforische blik naar kijken. De rivier is water dat klein begint, steeds groter wordt en opgaat in een groter geheel. De verhouding van rivieren tot hun zijtakken wordt vaak beschreven in termen van ouderschap. De Rijn is de vader van de Moezel. De vraag is dan wie de moeder is.

Het is geen toeval dat de idee van het opgaan in iets groters juist Barbara, de moeder, in deze thriller erg aanspreekt. Het gezinnetje denkt na over een vakantiebestemming, en komt uiteindelijk uit bij een riviertje in de Ardennen, een riviertje dat uitmondt in de Maas. De reis naar dat riviertje is andersom, het is een reis langs de Maas naar de oorsprong van de rivier. Je zou deze beweging kunnen framen als de verdeeldheid van het moederschap. Enerzijds moet zij haar kind geborgenheid bieden, ze is de moeder bij wie het kind geborgenheid vindt. Anderzijds is zij de oorsprong van het kind, doordat ze het heeft gebaard. Je kunt dus ook het Ardennen-riviertje als de moeder beschouwen.

De onzekerheid blijft in deze thriller, zoals het hoort, tot het eind toe in stand. Barbara wordt onwetend ingeschakeld in het drama dat zich vooral afspeelt tussen haar man en de ik-figuur, die ook in de roman schrijver is. Terwijl ze de strijd aangaat wordt ze onwetend meegevoerd met de loop der gebeurtenissen, die zich afspelen tussen noodzaak en schuld. Waar de mannen echter primair bezig zijn met de macht over de gebeurtenissen, is Barbara in staat tot een gebaar, nog voordat ze precies weet hoe de dingen gelopen zijn, wanneer ze het meisje (dat vermist was en weer terecht is) omhelst. Dat gebaar is noch te herleiden tot passieve overgave aan het fatum, noch tot een poging dat fatum te manipuleren. Het is niet minder en meer dan wat het is, een gebaar.

Barbara symboliseert de rivier, zegt de verteller ergens. Ze denkt de hele tijd aan haar ex met wie ze een zoon heeft gekregen. Ze draagt de herinnering aan haar ex met zich mee waarvan haar zoon het symbool is. Bij alle veranderingen, bij het stromende water en de vergane gebeurtenissen, is zij het dragende element. Het water stroomt en verandert zoals de gebeurtenissen en herinneringen, maar de rivier blijft de rivier. Niet dat de rivier geen water is. Ze is datzelfde water, maar als verbindend element. De rivier verbindt oevers, bron en einde.

Er duikt echter ook steeds water op wanneer de rivier niet in zicht is. Het water wordt door de heuvel opgezogen en uitgeperst als een spons, het komt uit de kraan in het huis, het is overal. Het water is niet alleen een dragend element, het kan de levens van de personages ook verstoren en misleiden.

Kun je nu zeggen dat het water neutraal is, kleurloos, het leven in balans houdt of zich afzijdig houdt? Nee, althans niet in deze thriller. Hier verschijnen andere eigenschappen, adjectieven, associaties. Het water is haast alomtegenwoordig. Het heeft verschillende gestalten, snelstromend, kalm, druppels. Krachtig ook: het vormt de ondergrondse grotten door zich een weg door het kalk te banen. Het is nu eens helder, dan weer donker.

Twee eigenschappen of associaties vooral dringen zich op, in verband met Barbara met name: koud en kalm. Het water is koud. En juist daardoor heeft het een kalmerend effect. De thriller heeft tot doel om ons gemoed in beweging te brengen. Maar daar doorheen, daarachter of daaronder sluimert er een ander verlangen in ons. Ook hiermee bedient de thriller ons op onze wenken. Met koud en kalmerend water. Ook hier kun je in tweede instantie weer denken aan het dragend en verbindend element. Koud is het water omdat het uit de diepte komt, waar de zon niet bij kan. Kalmerend, omdat onze geest in verbinding komt met wat blijft bij alle veranderingen, de aarde.

We belanden haast in de psychoanalyse. Als water ons verlangen naar de moeder symboliseert, met name ook gedacht in contrast met de mannelijke elementen van overtreding en schuld, moeten we dan niet berusten in de tragiek dat we niet meer terug kunnen naar de moederschoot? Is het dan toch het fatum dat ons in zijn greep houdt en waarvan we dan maar beter kunnen houden?

De thriller geeft ons een aanwijzing dat het - althans op papier - mogelijk is om kalm en volwassen te leven, ook nadat we hebben ontdekt dat de moederband ons beknelt en we ons ineens op straat bevinden. Dat blijkt op het eind, in het karakter van het meisje Emma, en met terugwerkende kracht in de andere elementen van het boek. Ze is nog jong, maar ook volwassen en slim. Kalm ook.

Niemand zal gauw op het idee komen een thriller een kalmeringsmiddel te noemen. De rust is er bedoeld om schijnbaar te zijn, en als aankondiging van sterke emoties. Het is vooral de stijl van Van Mersbergen alias Baas die de kalmte overbrengt van de rivier op de lezer. In een tragedie symboliseert kalmte vooral de koude stilte van de dood. Alleen proza kan kabbelen, met soms een enge passage waar het sneller stroomt. In een komedie zijn de karakters eendimensionaal. In een thriller worden ze niet te diep uitgegraven. Ze drinken water, allemaal uit hetzelfde glas.

Water brengt je tot reflectie. Weet ik nu zoals ik aankondigde beter waar ik in deze blogs mee bezig ben? Met Barbara stel ik vragen over de mens en volg ik de stroom tot de bron. Daar raak ik verwikkeld in vertakkingen, samenvloeiingen. Ik sta te staren bij aporieën. A-poria: letterlijk een ondoorwaadbare plaats. Mijn stijl is misschien koud te noemen. Ik volg wat ik lees. Het windt me op, maar al schrijvend verwerk ik ook wat ik lees. Ik sta net als Emma op straat, ontsnapt aan de knellende geborgenheid, en zie dat ik al onderweg ben. Voor mezelf merk ik dat ik besta, lees maar.


Afbeeldingsresultaat voor ourthe

maandag 6 mei 2019

Het zwart dat zich toont - Calvinisme revisited

Expositie Werk, bid & bewonder,  Dordrechts Museum

Soms vroeg ik me af waarom ik deze blogserie wit op zwart schrijf in plaats van andersom. Wat hebben kleuren überhaupt te maken met prijzingen? Eerder al ontdekte ik met Von Schirach dat dilemma's een vorm van zwartwitdenken zijn die je ook kunt benaderen via kleuren. De rekening die nog openstaat is wat dit met prijzingen te maken heeft, dat wil zeggen met odes en met wat je ervoor wil betalen.

De oplossing lag voor het grijpen in de expositie over het calvinisme die ik gisteren met vriend Jon bezocht. Wij brengen het calvinisme graag in verband met soberheid. De makers van de expositie stelden dit beeld bij door te wijzen op de aandacht voor luxe en kunst in het calvinisme. Al rondlopend zagen we veel zwart, met name zwarte kleding met felwitte kragen. Dat zwart drukte geen soberheid uit, maar juist luxe. Het was duur. Eerst moest je de kleren blauw verven, en daarna dat blauw weer zwart.

Er ging een wereld open. Dure kleren, dure gebouwen, chique interieurs. Ook wellust, vrouwen met blote borsten! Aan het eind van de expositie zag je enkele zwenkingen op of over de rand van het calvinisme. Abraham Kuyper predikte soberheid. Domineeszoon Van Gogh zocht de armoede op. Mondriaan dacht erover om dominee te worden, en bracht de landschappen terug tot essentiële lijnen en kleuren. Zij hebben het beeld mede gevormd van het calvinisme als sobere cultuur, en wij hebben het teruggeprojecteerd op de zeventiende eeuw.

Mijn liefde voor tegenspraken en paradoxen werd beloond, maar ook aan het wankelen gebracht. Ik dacht aan beeldenstorm, maar zag een overvloed aan portretten. Ik dacht aan het Woord, maar zag orgels en landschappen. Ik dacht aan moraal, maar zag dramatiek in de contraremonstrantse Rembrandt. Ik dacht aan de Schrift, maar zag een wirwar van aantekeningen rondom de woorden. Er was dus geen tegenspraak, ik zag wat ik zag.

Laat ik eens een gedachte-experiment in gang zetten dat mij verder brengt, en misschien u ook. Wat als we de beweging van het licht eens omdraaien. Ik was altijd gewend dit aardse bestaan te duiden als het licht dat de Heer over ons wierp. Niets beeldt dit zo scherp uit als de schilderijen van Rembrandt, met hun enkele lichtbron. De omkering zou inhouden dat we het zwart tot uitgangspunt nemen, en wel de kleur zwart. Het zwart wordt via het beeld geworpen over het licht, en wel als verrijking. Om het zwart zichtbaar te houden, is het raadzaam lichtkegel en beeld te laten staan.

De sociale vertaling vond ik in een bijschrift bij een afbeelding. Het calvinisme rekende aanvankelijk af met de slavernij. Maar vanwege de handel was die slavernij in tweede instantie toch wel onmisbaar. Theologen werd verzocht er een passende redenering bij te leveren. Wat is er dan natuurlijker en passender dan zwarte slaven!

De schijnbare tegenspraak waar we bij uitkomen is dat het zwart moet worden getoond omdat dit getuigt van luxe en rijkdom. In werkelijkheid gaat het noch om schijn noch om tegenspraak. Het zwart spreekt voor zich, het toont zich. Het zwart geeft ons geen voedsel ter overdenking. Het is andersom. Het denken wendt zich naar het zwart en dompelt zich erin onder.

Nu nog de prijzing in de zin van ode en van wat we ervoor willen geven.

De ode bestaat erin dat we met zwart betalen. De portretten met hun overvloed aan zwarte kleding zijn de prijs van de gemeenschap die tot doel heeft de rijkdom der geportretteerden in stand te houden en te tonen. Wat zich in die rijkdom toont is het zwart, het zwart als kleur van rijkdom. U begrijpt, de dure schilderijen van Rembrandt zijn hun prijs ten volle waard, ook in de zin van speculatie. Wat is speculatie anders dan de betaling met zwart voor zwart?

Wat we ervoor willen geven is in een woord te vatten: alles. We zijn bereid alles te geven voor het zwart dat zich toont. Misschien zou je dit theologisch kunnen opvatten volgens het scheppingsverhaal. Voordat er licht was, was de wereld donker. Pas met het licht werd het mogelijk deze wereld tot bestaan te brengen, als een donkere wereld. En zoals Johannes al zei: het donker heeft het woord niet aanvaard. Het woord is aan de donkere wereld overgeleverd.

Nu rest mij nog een ding, het afsluiten van deze blog zodat ook hier het zwart zich toont en we verder verlost zijn van tegenspraken en paradoxen.