Soms verlang je naar een rommeltje. Een film uit het gezellige Zuiden waar wat dialecten door elkaar klinken. Waar mensen spelen die wat gerommeld hebben met hun leven.
Maar dan, gaandeweg, blijkt de film best afgewerkt. De spelers dansen door de gangen, zelfs hun versprekingen zijn nog juweeltjes, bewust en betekenisvol.
De tijden schuiven telescopisch ineen. Caesar, was dat niet die generaal die koning wilde zijn maar niet mocht? Was dat niet het spook dat bij Shakespeare Brutus achternazat in Philippi? Of die crimineel die rol en persoon dreigde te verwarren uit een overschot aan eergevoel?
Ik moet ook denken aan de vroegere levensvorm van een vriend. Hij schaamde zich er meen ik wel voor.
Maar beter nog deze genante voorouder dan de schim in de cel die niets meer mag. Of zelfs de bewonderenswaardige Caesar van Shakespeare zelf, levend als karakter of spook, wat maakte het hem uit.
Toegang tot de rommel hebben we nog steeds. Want wat zijn de bezoekers vluchtig in beeld, wat zitten wij gespreid en zeldzaam in de zaal, wat kunnen we de Italiaanse dialecten volgen ook zonder toelichting.
Het woord Kaos is door de oude Tavianibroers meegenomen naar hun productiemaatschappij. Kaos, dat heeft nog steeds evenveel te maken met Chaos als met gecontroleerde scènes, met de schaduw van een genius, een Pirandello of een andere hoge vogel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten