Dit lijkt geen prijzing, want in zekere zin is Glijvlucht een mislukt boek. Ik had er nooit aan moeten beginnen, want het is een jeugdboek, en ik hou nu eenmaal niet van jeugdboeken. Of anders: jeugdboeken zijn razend moeilijk om te schrijven, en zo zie je maar weer.
Maar goed, ik kreeg het boek door mijn dochter in handen gestopt en moest er als laatste in ons gezin aan geloven. Met een beetje tegenzin, want ik stond net op het punt een ander boek te lezen en werd dus verrast. Gestoord. Gehinderd.
De mislukking maakt vanuit een romantisch perspectief een mens tot een held. De echte held is in de buitenwereld te klein voor het leven. Maar we kunnen ons verplaatsen in zijn binnenwereld, en die blijkt oneindig. Die oneindigheid wordt op haar beurt weer uitgedrukt in de taal en de beelden van de roman.
De mislukking van Glijvlucht zou dus wel eens de sleutel kunnen vormen tot het succes van dit boek, de reden dat het zo goed gelukt is. De oneindigheid wordt uitgedrukt in het personage en het beeld van de dikke Super Waling. Hij wordt een dikke vriend van hoofdpersoon Gieles, die aan het opgroeien is en ergens halverwege blijft steken (hij wil een truuk met ganzen doen vlak voor een landend vliegtuig met zijn moeder erin, alsof zijn moeder en de anderen hem als held zullen bejubelen als ze de truuk al überhaupt zien). Anders gezegd, de dikke Waling die blijft steken drukt een aspect van Gieles zelf uit. Hij is diens ideale ik, zijn gids, de man die het innerlijk van Gieles doorziet en diens leven al eens heeft geleefd.
Gieles moet verhapstukken dat zijn held zichzelf niet als held ziet. Het leek volgens de media dat Waling ooit mensen uit een vliegtuig had gered, maar in plaats daarvan was hij de getuige van een geheim dat zijn gezin en zijn eigen leven geleidelijk opblies. Om zijn leven nog draaglijk te maken schreef Super Waling larmoyante verhalen over zijn voorouders.
Wie is in staat door de mislukking heen te kijken en de mannen alsnog als helden te zien? Je zou zeggen dat je daarvoor de blik van een vrouw nodig hebt, een moederachtig type dat zich kan verplaatsen in het kind en de man, en aanvoelt wat zij doormaken. In de roman zelf ontbreekt zo'n vrouw. Toch is de vrouwelijke, moederlijke blik wel degelijk merkbaar. Die meen ik te herkennen (als een man zoiets al kan herkennen...) in de combinatie van twee invalshoeken.
De eerste is de inleving van de schrijfster in de opgroeiperikelen van de jongens, hun opschepperijen, ongecontroleerde erecties en foute vrienden. Er worden ook een paar enorm gewelddadige gebeurtenissen neergezet die hierbij passen. De tweede invalshoek is het decor dat nergens echt gevaarlijk wil worden. Steeds wanneer er iets fataals wordt beschreven buigt de roman zich als het ware weer genadig naar binnen, met troost, wijsheid en een gelukkige wending.
De moeder beschrijft in een mail aan Gieles een vreselijke steniging in Somalië van een meisje dat verkracht is. Gieles kan dit niet verwerken. Hij krijgt dan het idee dat hij een offer moet brengen. Hij overweegt een van zijn ganzen te offeren, maar verkrijgt dat niet over zijn hart. Later moeten toch door verschillende incidenten al zijn ganzen eraan geloven. Je zou dat als offer kunnen zien, maar dan wel als onnodig offer, want die ganzen staan in geen verhouding tot de steniging van het Somalische meisje. En intussen begrijpt niemand Gieles, ook zijn moeder niet.
Maar eind goed al goed. Uiteindelijk krijgt Gieles de kans iedereen te laten beloven te veranderen. Het is een sprookjesachtig happy end waar met uitzondering van de gemene Toon iedereen samen een gemeenschap vormt. De gans zou je kunnen zien als de totem van deze gemeenschap: een gemeenschap is gelukkig wanneer een gans er kan leven en sterven. Dus liever niet te veel vliegtuigen in de buurt alstublieft.
Niet alleen door het happy end buigt de roman zich naar binnen. Het is ook de wijsheid en de zorg die afgestemd zijn op wezens die nu eenmaal van elkaar verschillen. Het taoïsme van Zhuang Zi geeft in het boek uitzicht op het 'volmaakte geluk': 'Vissen leven in het water, maar mensen gaan erin dood. Wezens zijn verschillend van elkaar.' (354) Vertrouwenwekkend is dat er voor iedereen, hoe verschillend ook, een leefomgeving klaarligt waarin je gelukkig kunt worden.
Misschien lees ik wel liever romans waarin de wereld open is, waarin het dus ook echt fout kan gaan. In die zin is Glijvlucht mislukt, vanwege zijn uitzicht op het geluk. Maar is zo'n roman niet beter voor Gieles, en zelfs voor Super Waling? Wat voor mij mislukking is, is voor iemand anders weer juist goed gelukt. Nee... het zit nog ingewikkelder.... Want ook in de wereld van Glijvlucht gaat veel fout wat niet kan worden hersteld, de steniging, de kapotte dildo van Dolly, de vriendschap met Toon... Je hebt alle troost en geluk nodig om met het ongeluk te kunnen leven, om het te zien. Daarom was deze roman bij nader inzien ook voor mij bestemd.
dank je wel voor je vaderlijke moederlijke blik!
BeantwoordenVerwijderenInez