dinsdag 2 oktober 2012

Magnus

Magnus, dacht ik, zou een reisroman worden. Maar hoofdpersoon Merlijn blijft lang in Nederland. Dan blijft hij lang in Zweden. Er zijn wel steeds betekenisvolle verplaatsingen. Steeds is een vrouw een soort gastvrouw of gids. In een hotel, in zijn quest, in zijn strijd met het monster.

Merlijn is dus eerder een testroman. De held wordt zelf getest, met zijn levensstijl, zijn land. Zijn mystieke moment wordt (zoals in De Idioot, ook al over een man die terugkwam uit Zwitserland) verbeeld in de epilepsie, die daardoor weer een 'heilige ziekte' wordt, wat Hippokrates er verder ook van moge zeggen.

In de magische of mystieke ban worden personen verwisseld. Monster Magnus wordt Merlijn, Merlijn wordt Magnus, Caro en Cecilia raken vermengd rond de fontein van Genève.

In de ban wordt Nederland hervonden. Het is een land waar het kleine wordt gecultiveerd en daarmee de afsluiting van de buitenwereld. Net zoals de auto waarin Merlijn met Cecilia door Duitsland hotst, of de kast in Zwitserland waarin ze even mogen wegkruipen.

De reis was een omweg naar huis, een tijdloos thuis.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten