vrijdag 26 juli 2013

Ontsporing

Het is de vraag of je door ontsporing wel de muur bereikt, het enige dat jou tot stilstand kan brengen. Er moet dus een verborgen doelgerichtheid in jouw acties zitten, anders had je die muur niet bereikt. Voor een onderzoeker is dat nog een hele kunst, omdat hij zich zo bewust is van zijn acties. Daarom heb je de genialiteit van laten we zeggen een Sofokles nodig die met zijn Oedipous een mooi model schiep voor een onderzoeker die alleen maar verder wil en uiteindelijk belandt bij de ware oorzaak van de besmetting, namelijk hijzelf. Sofokles schreef het script, en verder heb je de setting van een theater nodig.

Zou het kunnen dat de sociale psychologie tegenwoordig diezelfde functie kan vervullen, het schrijven van een script waarin een acteur met ijzeren logica zijn onderzoek voortzet totdat hij ontspoort en tegen een muur botst die in één klap alles verheldert?

Misschien gaat Ontsporing van Diederik Stapel een stap verder in de zin dat hij de acteur werd die hij altijd al had willen zijn en achteraf ook nog zelf het script schreef waardoor je het gevoel krijgt dat het niet anders had kunnen gaan. Het lijkt dan ook niet minder dan logisch dat Stapel met Dautzenberg op theatertournee gaat, als een soort extra tijd.

Een belangrijk element in die logica is het verlangen om de wereld in snel tempo klein en overzichtelijk te maken. Dat verlangen deelt Stapel uiteraard met veel tijdgenoten. Hijzelf heeft alleen het voordeel dat hij er ook erg goed in is.

Ik heb het boek gelezen omdat ik komend jaar iets met onderzoeksvaardigheden moet doen bij vierde klassers. Toevallig gaat mijn dochter op een andere school ook naar de vierde klas. Toen ik haar vroeg hoe ik dit boek het beste in mijn lessen kan verwerken, zei zij: 'Houd het simpel!' Nou, dat past dan mooi bij de filosofie van het boek Ontsporing. Het verlangen naar simpelheid leidt tot goede lessen, al is het dan via de omweg van de ontsporing en de muur waar je tegenaan botst. Een muur waar de meeste scholieren alle weet van hebben, je botst natuurlijk wel eens.

Zal het me lukken deze blog over Stapel simpel te houden en toch tot een vorm van prijzing te komen? Dat zal dan niet zomaar een lofzang op simpelheid kunnen zijn, want het bedrog dat erdoor wordt uitgelokt staat haaks op de onderzoeksethiek die de meeste mensen voorstaan. We willen namelijk ook graag goede mensen zijn, en de wereld die wordt onderzocht moet toch echt die wereld zijn, en niet de fantasiewereld van ene Stapel.

Ook zou ik niet graag zeggen dat het boek met vaart geschreven is (hoezeer het ook klopt), gezien de metafoor van de auto waarmee Stapel tegen een muur wil rijden, iets wat hij nog echt heeft geprobeerd ook. Nee, mijn prijzing geldt de logica waarmee Stapel belandt in de ontsporing, juist niet alleen door zijn verlangen naar snelle antwoorden. Mooi aan zijn boek vind ik zijn liefde voor de sociale psychologie, waarin hij juist ontdekte dat de wereld minder spectaculair en simpel is dan we graag zouden willen. Hij hield dus van een soort onderzoek dat iets anders opleverde dan spectaculaire, eenduidige resultaten.

Waarom geldt mijn prijzing de logica, en niet zijn ontdekking zelf?

Heel snel zou je kunnen zeggen: omdat die me verrast en ontroert. Maar dat vraagt helaas om uitleg in stappen. Ik doe mijn best uw tijd (die bepaald wordt door uw verlangen naar simpele en spectaculaire antwoorden) niet langer dan nodig in beslag te nemen.

1. Wegwerken van persoonlijke vragen
Stapel houdt van de sociale psychologie omdat die over gewone, gezonde mensen gaat. Daarom is die voor hem interessanter dan bijvoorbeeld klinische psychologie. Daarom ook wordt Stapel situationist in plaats van personist. De reden voor deze keuzes geeft Stapel ook. Hij had last van keuzestress, en vroeg zich steeds af wie hij was en wat hij echt wilde. Toen psycholoog Benjamin Kouwer hem vertelde dat de persoonlijkheid niet bestond, was Stapel gerustgesteld. Er zijn geen antwoorden op de vraag 'wie ben ik?'. 'En nu ik dat wist, kon ik die vragen eindelijk met rust laten.' (86)
Noteren we: Stapel is op zoek naar rust.

2. Complexiteit van de omgeving
Wat ervoor in de plaats komt, de rol van de omgeving, is zeker niet simpeler. De sociale psychologie heeft aandacht voor het gewone, de straat, je alledaagse leven, maar je weet bij voorbaat niet welke factoren daarin je gedrag bepalen. Onderzoek levert uit zichzelf zelden een eenduidig beeld op, en als het dat wel doet, vertekent het die omgeving meestal. Daar staat tegenover dat je die feiten het beste kunt omzetten in wetenschap met 'elegante' experimenten, zoals het befaamde Milgram-experiment. Mensen zijn bereid opdrachten uit te voeren, ook als die de dood van anderen tot gevolg hebben. Die mensen wisten alleen niet dat de slachtoffers acteerden. Stapel blijft met zijn elegante experimenten dus in het theater. Alleen vindt hij de sociale psychologie beter dan theater, want daar gaat het over de echte wereld.

3. Invoering persoonlijke simulatie
De persoonlijkheid bestaat niet, maar wat wij eronder verstaan is een soort imitatie-effect. Stapel doet dan nog tijdens zijn studie een ontdekking. Massamediale campagnes (denk aan veilig vrijen) hebben meer effect wanneer ze mensen als het ware persoonlijk aanspreken. Stapel is blij: 'Ik had orde aangebracht in de chaos.' (101)

4. Inrichting omgeving
De orde van het onderzoek wordt steeds bedreigd door ongewenste resultaten. Een succesvol experiment vraagt om bijstelling van je procedures. Onderzoekers doen daar in het openbaar erg voorzichtig over, maar langs minder officiële wegen helpen ze elkaar graag met adviezen. Stapel lijkt dit aanvankelijk vervelend te vinden, want nu moet hij weer keuzes maken. Maar de theater-vergelijking biedt uitkomst: 'Om inzicht te krijgen in de psyche van de mens, om succes af te dwingen en applaus te oogsten, moet je het theater van het psychologische experiment zorgvuldig inrichten.' (106)
De sleutel tot succesvol onderzoek ligt in de kleine randvoorwaarden. Een ander lettertype op je formulier levert significant andere resultaten op. Zijn je medewerkers in het zwart gekleed, dan helpt dat wanneer je uitzoekt of je proefpersonen doemdenkers zijn.

 5. Wegwerken van mislukkingen
'Ik werd er steeds beter in.' (106) Zijn collega's zijn zijn adviseurs, maar ook zijn jury ('Wetenschap is een jurysport', 123). Ook als hij dus op anderen is aangewezen is het mogelijk om in zijn eentje te werken. Zo kan hij theater (zijn publiek is de jury) en wetenschappelijke orde verenigen. Stapel krijgt succes, en dat smaakt naar meer. Maar dan keert de metafoor van het gevecht weer terug, het gevecht van de keuzes. Want als het succes uitblijft moet Stapel kiezen tussen goed onderzoek en mislukt onderzoek. Die keuze is makkelijk gemaakt. Stapel begint de resultaten van zijn experimenten stiekem aan te passen. Hij is dan al ontspoord.


 6. Wegwerken van zichzelf als onderzoeker
Uiteindelijk volgt de ontmaskering. Ook dan blijft de theatervergelijking effectief. Zijn collega's zijn niet alleen juryleden en vriendelijke adviseurs, het zijn ook collega's die hem aangeven bij de rector. Het publiek zijn niet alleen juryleden, maar vanaf dat moment ook de media die hem opjagen. Ook dan past het verhaal nog in de logica van zijn sociaalpsychologische wereldverkenning. De persoon die zij opjagen is niet Diederik Stapel. Die herkent zich niet in het beeld dat van hem wordt gecreëerd. Logisch, hij geloofde niet in de persoonlijkheid. En hij wist voldoende van de personaliseringseffecten van de massamedia. Maar er is geen theater zonder herkenbare persoon. Hij besluit zijn doctorstitel in te leveren. Wanneer er in de wetenschap geen plaats meer voor hem is, en de echte zelfmoord mislukt, moet hij ophouden verder te leven als wetenschapper. Wetenschap en theater zijn daarmee gered. Als restproduct houdt hij zich verder schuil, in afwachting van betere tijden.

 7. Wederopstanding als persoon
 Het nieuwe beeld dat Stapel neerzet lijkt dat van de integere, pure persoonlijkheid, een man die zijn fouten erkent, liefde uitwisselt met gezinsleden en overburen, en zijn roman gaat gebruiken voor compromisloos zelfonderzoek. Zijn voorbeelden lijken de confessies van Augustinus en Rousseau. Stapel bekent weliswaar geen roof van verboden appels uit de tuin, maar wel dat hij als kind al het After Eight-doosje van zijn moeder helemaal heeft leeggesnoept. En hij gelooft dat 'Nothing is sacred anymore' (259), maar ervaart wel troost bij kunst, familie en vrienden, herinnert zich 'wat de waarde van ontroering is' (281).
 We weten helaas teveel over Augustinus en Rousseau om te geloven dat het object van hun confessies het nieuwe leven van een simpele persoonlijkheid is. Hun boeken zijn geconstrueerd theater. 'Tolle, lege! Tolle, lege!', maar dan wel op exact het juiste moment op de juiste plaats. Het is dus geen probleem Ontsporing van kaft tot kaft als theaterplot te lezen.

Moeilijker lijkt het om het laatste deel nog te lezen in het licht van de sociale psychologie. Stapel doet zelf niet meer mee. Toch nodigen zijn laatste bladzijden uit tot bespiegeling. Hoe kun je een persoon zo centraal stellen wanneer het onderzoek juist begon met de bezwering van persoonlijke vragen?

De oplossing moeten we zoeken met geduld. Maar dat heeft u niet! En ik ook niet! In plaats daarvan komt er een nieuw persoonlijkheidseffect. Niet verlangen en individualiteit staan daarin centraal. Niet 'wie ben ik?' Het is de ontroering, niet zomaar de ontroering, maar de wetenschappelijke ontroering van de kleuter:

'Ooit was ik een kleuter die zich in de zandbak urenlang kon verwonderen over de sierlijke manier waarop het warme, poederige zand door zijn kleine handen langzaam naar beneden stroomde. Ik pakte een hand zand, balde mijn vuist, en keek vol verwondering en verbazing naar de zandregenstraal die zomaar, als een onzichtbare bron, uit mijn hand leek te ontstaan. En nog een keer. Nog een keer. Nog een keer.' (281)

Sorry. Dat gaat niet erg snel. En nu ga ik nog een keer vertragen, voor ik u laat gaan met uw urgente taken. Ik vraag me nog af: kan deze ontroering door de innerlijke noodzaak van inzichten een nieuwe bron van sociale psychologie zijn? Kan het - breder geformuleerd - uitgangspunt voor wetenschappelijk onderzoek zijn?

In zekere zin wordt dat het onderzoek dat Stapel altijd al heeft gedaan, en dat hem door de vingers glipte. Het ontstaat uit de verwondering over de feitjes en resultaatjes. Ditmaal van de gewone mensen, die niet worden gedreven door het verlangen naar snelle resultaten, maar door ontroering. Eigenlijk liep Stapel daar al op vooruit, door liefst gewone scholieren in te zetten bij zijn experimenten in plaats van studenten. Scholieren staan nog open voor de wereld en wetenschap en de wereld. En de op de nieuwe leest geschoeide psychologie ontstaat uit de beheersing van de onderschatte procedures, de minieme randvoorwaarden die zo bepalend waren voor de resultaten. En uit de aanpassingen van menselijk al te menselijke wetenschappers. En  uit de verwondering van de onderzoeker die - met de deur op slot - de aangepaste cijfers door zijn vingers laat glijden, de verwondering kortom van het déjà vu, en nog een keer. Als mensen geen heiligen zijn, zijn onderzoekers dat ook niet, en toch ontroeren ze mij. Vooral als ze ontsporen.

Wat mij ontroert, kortom, is de romantisch-katholieke wereld van Stapel. Het kind dat zondigt kan rekenen op genade van de gemeenschap om hem heen en wordt weer kind. Ben je allergisch voor het christendom, denk dan aan de blinde Oedipous (of de ziener Teiresias), leunend op zijn staf en met een kind om hem de weg te wijzen. De logica ontroert me omdat die ons voor de vraag stelt of het volgende keer weer net zo zou gaan en of we daarmee vrede kunnen hebben. Ja, zeg ik, want de wereld heeft iemand als Stapel nodig, hij is de muur waarop de wetenschap stukloopt en opnieuw kan beginnen. En ik ben ook maar een kleuter die dit zand graag keer op keer door zijn vingers laat glijden.

Wat Stapel tot dusver verhinderde om acteur te willen worden was het avond aan avond op de planken staan met dezelfde uitvoering. Ik heb het gevoel dat hij er nu wel aan toe is.






 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten