Het gaat uiteindelijk niet om wat je ziet maar om hoeveel. Vandaag heb ik bij filmfestival Rotterdam vier films gezien, maar het hadden er ook zes kunnen zijn. En een collega op mijn school zit al maanden richting de duizend maar blijft om redenen van eerlijkheid en andere hangen rond de duizend.
In al die films zie je ongelooflijk veel rode draden, thema's, correspondances, noem maar op noem maar op.
Zo zijn er het contact met je verwekker (m/v) nadat je hem/haar gevonden hebt. Maar vergis je niet, die vader of moeder staat ergens voor, voor de wens om alles te controleren/ overzien (overzien) versus het moment dat niets meer wordt overzien. Wat valt het dan tegen dat vader niet eens thuis is, twee uur later in haast arriveert maar niet meer biedt dan antwoorden, tegenvragen, een fijne kamer met de juiste handdoeken. Overigens, de actie was al volstrekt geneutraliseerd door de veelheid van uitwisselingen, verwisselingen van feit en fictie, ansichtkaarten en terugverwijzingen naar literaire schemergebieden (Midsummernight Dream, Belië notsji).
Op de terugweg werd mijn ervaring bevestigd. Zoveel sporen en perrons in Utrecht, zoveel hoofden en gezichten. Nu weet ik ook weer waarom al die gezichten in de films van vandaag zo close up genomen werden, zo perfect toegesneden op de situatie naargelang.
Al die veelheid brengt neutraliteit teweeg, cela va sans dire, natuurlijk. Maar al die veelheid roept ook weer unieke, persoonlijke reacties op. Op elke meter komt weer een nieuwe spontane, nieuwe reactie op iets me tegemoet. Elke massa bestaat uit volstrekt unieke individuele ervaringen, geluiden, uitingen.
Hoe wonderlijk. Iedereen op zoek naar zijn vader of moeder. Iedereen vindt wat hij zoekt, een unieke vader of moeder. Die dus anders is dan verwacht, en daardoor jijzelf ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten