Bij de naam Houellebecq moest ik vaak denken aan levenskunst. Maarten van Buuren en Joep Dohmen hebben inderdaad wel een collegereeks gegeven waarin Houellebecq - dacht ik - een centrale plaats inneemt.
Nu ik De kaart en het gebied heb gelezen, geloof ik niet meer dat je Houellebecq kunt beschouwen als levenskunstenaar. Ook diverse uitspraken van deze schrijver wijzen in een andere richting. Bij levenskunst staat het leven buiten de boeken en buiten de kunst centraal. Maar Houellebecq gelooft niet dat dit leven op zichzelf enige betekenis heeft of kan krijgen. Het hoofdthema van zijn boek is de vergankelijkheid van alles. Daarbij komt een gevoel van nostalgie, wanneer je terugkijkt op je leven, of op het leven bijvoorbeeld van Europa of de wereld.
Een merkwaardige invulling van het leven is er een waarin je alleen maar boeken leest en schrijft. Dit lijkt helemaal haaks te staan op de levenskunst, want de voorvechters van de levenskunst hebben altijd een vitalistische uitstraling en zien boeken eerder als een noodzakelijk kwaad, hooguit een middel dat je helpt je leven beter te leven. Toch is zo'n leven dat gevuld wordt met lezen en schrijven de keuze van Houellebecq. Zelfs de vriendschap is niet zijn ding. In de roman voelt hoofdpersoon Jed Martin dat de schrijver Houellebecq zijn vriend zou kunnen worden. Maar voor het zover is wordt Houellebecq (in zijn roman) afgemaakt door een of andere malloot. Jed resteert aan het einde niets anders dan afscheid nemen 'van een bestaan waaraan hij zich nooit helemaal had overgegeven'.
Is dat gebeurd, dan is het woord aan de planten, de planten die de ruïnes overwoekeren, die de plaatsen in bezit nemen die voor de mens betekenisvol waren. Zo je dus al een levenskunst zou kunnen uittekenen, dan zou het de levenskunst van planten zijn. Niet bepaald een spannend leven, want alles komt tot rust.
Heeft ook wel wat.
BeantwoordenVerwijderen(zegt inez)