Anton Dautzenberg spant zich in voor morele doelen. Hij ziet dat ons puritanisme hypocriet is, want we vinden het minder erg dat er gedood wordt dan dat er bemind wordt, bijvoorbeeld een kind. Ook de nierdonatie helpt hij een eind vooruit, en hij bekritiseert het mediamieke misbruik van Tonio.
Genoeg reden voor hulde, en om de nefaste effecten van hulde door anderen te ontlopen, reden voor zelfhulde.
Hoe moeilijk is het de kern te zoeken van deze man met zijn ondernemingen. Hoe moeilijk voor hemzelf, laat staan voor ons.
De morele Anton Dautzenberg maakt een switch van Jekyll naar Hyde. Ja, u hoort het goed! Het is de morele Dautzenberg die zo openlijk volgende stappen zet, noodzakelijke stappen op het pad van de rafelranden van de moraal.
Hij drijft zichzelf naar een heldenpositie die hij ons voorschotelt als noodzakelijk en makkelijk. Maar dat is hij zeker niet, althans in mijn ogen. Die heldendaden zijn voor mij heel moeilijk en ver weg.
Maar ik ben wel in staat om een beetje mee te jubelen op afstand.
Laf, ik weet het. Maar mijn gegniffel verraadt mijn sympathie.
De wormen in het rectum van het kind, dat zijn de randen.
De randen van de moraal, de moraal. Je raakt hem wanneer je net lekker aan het doorpakken bent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten