Seamus Heany heeft de Nobelprijs al gekregen in 1995, misschien ook al wel voor wat nog volgde, want District and Circle kwam pas 11 jaar later uit.
Ik heb geen idee hoe ik deze gedichten in zijn oeuvre moet plaatsen en zelfs niet hoe ik ze moet beoordelen. Als ik al een prijzing te bieden heb, dan is dat een laf aansluiten bij de prijzing van anderen, zoals mensen de Mona Lisa mooi vinden.
Heaney lijkt me wel een muzikale man en ook wel thuis in de galerij der grote doden. Zijn bundel is toch zoiets als een bezoek aan de onderwereld, gecombineerd met de herinnering aan de regio waar hij vandaan komt met gevoel voor concrete dingen, vooral werktuig en planten.
Het grote en monumentale zit hem in de grote namen die Heaney noemt maar ook in de gebeurtenissen die in de ooghoeken hebben plaatsgevonden en in de dingen zijn gekropen. Het zijn wel de jaren na nine-eleven en na de aanslag in de metro waarvan District en Circle duidelijk twee lijnen zijn.
Raar genoeg noemt Heaney nergens de naam Vergilius, terwijl die toch ook parallel aan hem beweegt in Aeneis en Georgica, met verwijzingen naar de grote literatuur en naar de grote wereldgeschiedenis.
Het zou kunnen zijn dat Heaney Vergilius niet zoiets te bieden heeft, zoals dat fornuisdeksel voor W.H. Auden, omdat Vergilius dat soort voorwerpen zelf al beschrijft: timeo Danaos et dona ferentes...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten