Ik zweef niet.
Ik val in herhaling.
Zegt makker Leo Hermens. Het is een dialoog met zijn redacteur, de man van de volksverheffing. Met de verheffing correspondeert een val die moeilijker is. Waar is Ikaros gebleven? Hij is in de zee gevallen. Misschien een toerist uit de toekomst. Een oude en nieuwe makker.
Ik stel me voor dat Ikaros teruggevallen is in het labyrint dat zijn handige vader had gebouwd. De lezer ziet maar hoe hij hem hieruit redt. Het is lang niet gezegd dat de schrijver die Ikaros is, hij zou ook zomaar zijn vader kunnen zijn. Daarvoor is hij te handig.
Maar de zoon is misschien wel een exempel. Of de vader van de vader, als je dan eenmaal in herhaling valt. Zo hoor ik de vadersvader nog naast de graven de mensheid verzuchten, de zoon zittend zwijgen, verdwaald in de bibliotheek.
Alle zware gedachten en alle zwijgen gaan door de snelfiltermaling. Het levert iets moois en lichts op, maar omdat de doelgerichtheid niet nadrukkelijk aanwezig is zou het best kunnen dat dat mooie en lichte de zwaarte niet wegdrukt. Het verklaart voor mij althans waarom onder elke observatie een wijsheid schuil lijkt te gaan.
Het universum van André Kuipers zou best wel eens niet dat van Ikaros kunnen zijn, of wel van Ikaros maar dan voor de val. Ook hij is in zee gevallen, natuurlijk, en hij moest daarna weer opnieuw leren lopen. Dat wel. Maar wanneer je de opdracht krijgt om over André Kuipers te schrijven is er al sprake van een val. Hoe de opdracht op te vangen zonder de val te verraden?
De ene gedachte lokt de andere uit. Niet om in een vlucht te raken, want dat gevlucht is maar achterflaptekst, onhelder bovendien of en welke one pit guy in het spel is. De vlucht, als hij er al is (want Ikaros kon niet ontkomen aan het bevel van zijn vader tenzij door te vallen), maakt deel uit van het verhaal van de val en die van radio waterval of overvallers gezocht (de titel is/ de titels zijn zelf zoiets als een radio die wegvalt of een waterval van onontwarbare stemmen, en dan ben je nog maar aan het begin van een onmogelijke exploratie van gangen en muren).
Elke figuur sluist door naar gedachten, raadgevingen, overwegingen die je worden meegegeven. De observaties vliegen je om de oren, maar in zo'n overdonderende veelheid dat je gauw het gevoel krijgt die vijf jaar niet te kunnen inhalen. Misschien, denk ik nu, zijn de observaties ook maar weer techniek die de zwaartekracht in balans moet houden. Op eenzelfde niveau als de taalbeheersing, de stijlfiguren en het ritme. Observaties horen nu eenmaal bij de vervreemdingstechniek waarmee dichters ons eerder uit onze ervaring willen weghalen dan erheen brengen.
Het is dus een zwaartekracht die werkzaam is, door al deze technieken heen. Leo valt, in herhaling. De herhaling van een Ikaros dus.
Enkele associaties tot besluit van deze prijzing, om mezelf de kans te geven het dichter bij mij te laten komen.
Ik denk aan Karlheinz Stockhausen die toegaf hoe moeilijk het was zijn muziek te spelen. Het is, zei hij, als liep je op een andere planeet met een andere zwaartekracht. Je moet je die bewegingen eigen maken door ze te herhalen, en geleidelijk gaan ze aanvoelen als natuurlijk. Ik denk aan zijn zoon Markus Stockhausen die enkele jaren geleden in Keulen een meezingconcert gaf. Zijn muziek was veel minder ingewikkeld dan die van zijn vader en instant meezingbaar. Ik denk aan mezelf die twee gedichten van Leo van buiten leerde en ze zachtjes voor me uit mompelde op treinstations. Instant leesbaar.
Ik denk aan de installatie Cinéma muet van Michel François, Sonsbeek 2001. De tunnel achter de waterval was met wand en deuren geluidsdicht afgeschermd. De waterval zelf ook, met een videoscherm, waarop bewegende beelden van een waterval. Je zou die ruimte kunnen binnengaan en mompelen: Je valt we
Je valt weg.
Je valt we vallen.
Je valt weer.
Je valt we zien elkaar.
En Spinoza dan? Je bent niet vrij om te vallen, maar je kunt wel vallen zonder belemmeringen, vrije val.
BeantwoordenVerwijderentonie