zaterdag 30 juli 2016

Na de maaltijd - The Neon Demon

Een paar weken geleden drukte de Volkskrant een interview met regisseur NWR (Nicolas Winding Refn) af, met een (beetje zuinige) recensie van een andere journalist. Het eerste dat me trof was een zinnetje dat ik bij Citade heb overgenomen, onder de kop van een beroemd zinnetje van Brodsky.

Gisteren zag ik de film zelf, The Neon Demon, met collega en filmkenner Maarten. De film stelde ons niet teleur, Maarten vond zelfs dat je zo'n film toch niet slecht kunt vinden! Daarmee boden we een beetje compensatie voor het gejoel dat NWR in Cannes ten deel viel. Al geeft het ook te denken, dat gejoel. Bekend is bijvoorbeeld het gejoel dat Stravinsky ooit bij de première van Le sacre du printemps ten deel viel, en dat door musicoloog Taruskin ooit behoorlijk is ontmythologiseerd. Zo enorm was dat gejoel niet, en het werd later in de media overdreven om het schandaalkarakter te vergroten. Daarbij hadden de componist en zijn licht verontwaardigde publiek allebei evenveel belang. Je moet je tegenwoordig kunnen onderscheiden, dat is wat telt.

NWR had dus gelijk met zijn reactie: 'Ik ben de reden waarom jullie Cannes zo fascinerend is.' Maar daarmee lijkt hij wel verdacht veel op de hoofdpersoon van zijn film, het model Jesse die gespeeld wordt door de betoverende Elle Fanning. Alle modellen zijn jaloers op haar, maar zij reageert: 'Iedereen wil mij zijn.' In het 'kannibalisme'.. nee, ik ga hier niet spoilen, maar waar de recensie spreekt van kannibalisme zie ik eerder zoiets als een misoffer. In de film treedt zoals bij het sacrament van de eucharistie een verwisseling op. Door de ander op te eten worden we de ander, door de ander te worden ruimen we hem uit de weg. Uiteindelijk hopen we zo onze eigen stem te vinden, de 'singulariteit' zoals NWR het filosofisch uitdrukt.

Die eigen stem heeft volgens Sokrates (tja, ook een filosoof) te maken met een daimoon, een innerlijk stemmetje dat hem vertelde wat hij moest doen en Sokrates kreeg de doodstraf onder meer omdat hij met zijn demon nieuwe goden zou invoeren.

Zouden we Jesse of misschien zelfs Elle Fanning kunnen beschouwen als de daimoon van NWR? Het is wel zo'n beetje de manier waarop NWR zelf over haar spreekt:
'Ik wilde een film maken over een 16-jarig meisje. Jij bent 16, zei ik. That's great. Alles wat ik met deze film wil vertellen moet ik via jou uiten. We moeten muteren tot één organisme om samen op deze reis te gaan. Zien wat er gebeurt.
Fanning is dus inderdaad de daimoon van NWR. Wat hij bedoelt met singulariteit is niet zozeer, en zeker niet uitsluitend, hijzelf als verteller, maar de singulariteit van het gemuteerde organisme waarvan Fanning deel uitmaakt. De stem van NWR is in werkelijkheid evenzeer die van Fanning, de actrice die verdwijnt, als het ware wordt opgeslokt, door het personage Jesse.

Behalve aan Sokrates kunnen we ook denken aan zijn leerling Plato. Die voert zijn leermeester op in het verhaal Symposion, waarin verschillende mannen beurtelings hun theorie over de eros ontvouwen. Sokrates, de man die iedereen wil zijn, lijkt de enige zonder eigen stem. Hij vertelt hoe hij zijn visie op de liefde heeft ontvangen van de priesteres Diotima, waarbij onhelder is of zij werkelijk heeft bestaan. Eros houdt volgens Diotima in dat de mens via de schoonheid van menselijke lichamen meegevoerd wordt naar de aanschouwing van het goddelijke, en die bestaat in de ware idee van schoonheid.

Je zou zonder al te veel fantasie Fanning kunnen beschouwen als het middel dat NWR gebruikt om zijn tocht naar de idee schoonheid te maken, een schoonheid die gesymboliseerd wordt, geheel in de geest van Plato, in de beschouwing van oplichtende driehoeken. In dit geval in neon.

Hoe verhoudt zich nu de christelijke, sacramentele benadering tot het gastmaal of drinkgelag ('symposion') van Plato? Kunnen we dit ook anders lezen dan de traditionele middeleeuwse move waarin het gastmaal van Plato als het ware wordt opgeslokt in het laatste avondmaal van Jezus?

Wat blijft er over van schoonheid wanneer die door de moraal is opgeknabbeld?

Maarten suggereerde dat deze film, The Neon Demon, een type film is dat tot je komt in de ervaring, je moet het ondergaan. Het gaat niet om het verhaal maar om de ervaring en de waarneming. NWR zelf ziet zich als verteller en als (kleurenblinde) schilder. De film als geconsumeerd product is dan wat er blijft van de schoonheid, de kijker die gefascineerd raakt, in bewondering of afkeer, starend of joelend, of, zoals recensent Kevin Thoma, met braakneigingen.

Ik laat me graag gidsen door Maarten en Plato en moet dus concluderen dat de lichamen de voertuigen zijn voor iets dat uiteindelijk getransformeerd wordt in een aanschouwing, een ervaring. Als filosofische zeurpiet wil ik er wel bij aangemerkt hebben dat de aanschouwing zich misschien wel helemaal afspeelt in de taal en de beelden, de lichamen, neondriehoeken, verwijzingen naar Mulholland Drive en andere Hollywood-filmtaal etcetera.

De ervaring vinden we in zekere zin aan het begin en aan het eind van de taal. Aan het begin in de zin dat we niets weten, zonder voorkennis openstaan voor de film, dat de film ons overvalt voorzover hij ons raakt op het niveau dat we nog kind zijn, even onbevangen als de 16-jarige Elle Fanning. Maar de ervaring kunnen we ook opdoen aan het eind van de taal. Pas wanneer we alles hebben gezien, en ons met NWR hebben laten gidsen door David Lynch, met of zonder NWR door Plato, Jezus en anderen, ons al dan niet hebben laten schokken en afstompen door het geweld, kunnen we een stem vinden die singulier is, dan wordt de film onze daimoon die ons voorbij de fascinatie brengt.

Inzoverre het precies de film is die ons brengt bij die ervaring is elke interpretatie een voortijdige afsluiting. Hooguit zou je kunnen zeggen dat het proces via abstractie verloopt, het weglaten van geluiden en beelden die dit proces in de weg zitten. Niet voor niets ruimt NWR veel ruimte in voor stilte, stilte die hij niet opvult met achtergrondgeluiden, maar die we evenmin moeten opvatten als leegte. Wat we via de filmtaal ervaren is geen leegte.

Het brengt ons, zo zou je het kunnen verwoorden, bij een schoonheid zonder schoonheid, een schoonheid als zodanig, de idee van schoonheid.

De schoonheid van een wiskundige figuur, een driehoek of bolvorm, die uiteindelijk weer iets uitkotst, we weten nog niet wat, we beschouwen het met een oog dat ergens ligt, we hebben het achtergelaten in een donkere bioscoop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten