Bijzonder aan deze roman is dat alles van achter naar voren wordt verteld en geteld. Het begint met de dood van Tessa, de vrouw van het stel, en het eindigt met hoe het begon, bij de dromen van de twee over elkaar als ze bij elkaar op school zitten.
Uit de toonzetting kun je opmaken dat het geheel niet als parodie is bedoeld. Daarvoor is het te serieus. Ook kun je nauwelijks van pornografie spreken. Daarvoor is de liefde teveel in het spel en is het verhaal eromheen weer te belangrijk.
De roman is dus een prijzing van de seks. Wat is seks eigenlijk waard, wat maakt het waardevol? Het heeft zeker iets met verlangen te maken. Om naar de ander te verlangen moet je een zekere afstand inbouwen. De seks komt dan vanzelf op een hoger plan te staan. Alle andere dingen lijken erbij te verbleken. Marius tovert zichzelf van meet af aan om in de vreemde, de inbreker.
Wanneer de vader van Marius op sterven ligt, verlangt Marius naar zijn Tessa. Hij wil bij haar zijn, niet bij hem.
Zo wordt alles in de prijsmachine gegooid, alles dient ertoe de seks met Tessa op een hoger plan te brengen.
Je kunt de roman ook zien als een experiment. Is het mogelijk via de afstand de intimiteit te vergroten? Misschien, denk ik, waarderen we de afstand niet voldoende en denken we daarbij te gauw aan afstandelijkheid. Plato lezen - Symposion - zou kunnen helpen.
Aan de andere kant ontstaat haast vanzelf een sfeertje van heiligheid. De seks tussen Marius en Tessa mag dan op een enorm hoog plan staan, de andere relaties met bijbehorende seks zakken automatisch in de banaliteit van het ongenoemde. Noemen wordt een zegening, een priesterlijke daad bij een modern sacrament.
Twee andere schrijvers dreigen deze wereld uit elkaar te trekken, Ingeborg Bachmann en Henry Miller. Marius en Tessa zijn verzot op schrijven en lezen, maar ik krijg niet het gevoel dat ze zich in elkaars literaire helden zullen verdiepen.
Je kunt je dan ook afvragen of het schrijven zich laat vangen in de intimiteit van de seks. Misschien is er zelfs een impliciete theologie in het spel die je op het spoor komt door Bachmann en Miller te verkennen.
Wie weet ga ik beide goden nog wel eens lezen. Internet brengt me op het spoor van Bachmanns Der gute Gott von Manhattan, waarin vooral de hybris (overmoed) en afgunst opduiken. God straft een vrouw omdat ze zich in een absolute liefdesrelatie heeft begeven.
Van Miller zie ik een citaat waarin vooral de dankbaarheid voorop staat, iets dat beter lijkt te passen bij de prijzing van Peek:
If at eighty you’re not a cripple or an invalid, if you have your health, if you still enjoy a good walk, a good meal (with all the trimmings), if you can sleep without first taking a pill, if birds and flowers, mountains and sea still inspire you, you are a most fortunate individual and you should get down on your knees morning and night and thank the good Lord for his savin’ and keepin’ power.Beide verwijzingen werpen misschien een nieuw licht op Peeks titel, Godin, held. Tessa is slechts een godin zolang ze niet door wraakacties van haar troon wordt gestoten. Marius is slechts een held voorzover hij dankbaarheid kan opbrengen. Ook de komma geeft te denken, een ongebruikelijk leesteken in een titel met twee elementen. Is het de goddelijke klap (het Griekse komma betekent klap) die zich wringt in de intimiteit? Of suggereert de komma een neutraliteit die de scènes in het boek moeten bezweren?
Ik zou de roman er nog eens op moeten nalezen, maar ik vermoed dat hij zoveel ambiguïteit en relativering niet kan verdragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten