woensdag 27 april 2016

Bentz van den Berg - Het naderen van een brug

De stem van Roel Bentz van den Berg kennen we van Nederland van boven, de VPRO-serie waarin Nederland bestreken werd door een helikopter met in plaats van het wiekengeronk de ietwat plechtstatige stem van Bentz van den Berg. We wisten al dat hij als babyboomer alles van belang na de oorlog had meegemaakt en dat hij vertrouwd was met het medium TV.

Van zijn optreden bij Wim Brands staat me vooral zijn verhouding tot zijn vader bij, iets dat bij Wim ongetwijfeld een snaar moet hebben geraakt en hem misschien al uitzicht bood op het leven aan gene zijde. Het overgaan naar gene zijde lijkt op de gang van de acteur naar het podium, zoals dat verdicht wordt in het moment tussen de coulissen en het podium, het moment dat de vader van Roel - zelf beroemd acteur - het podium betreedt en zijn ware identiteit treft.

Zijn ware identiteit verdicht zich in de rol Hamlet, de rol waarin alle andere rollen samenkomen, de identiteit der identiteiten. En zoals bekend start dat stuk van Shakespeare met de geest van de vader (die dus in zekere zin samenvalt met Hamlet zelf, dus Roels vader, en zijn zoon, dus Roel zelf) en eindigt het met de dood der personages.

Kunnen we meer over ons leven te weten komen door het leven der doden te onderzoeken? Je kunt dan gebruikmaken van die theatermetafoor, maar ook bij de talloze infernotradities van de Europese literatuur en daaromtrent (India, Egypte) die ons van alles laten denken over honden, waters, boten en bruggen. Natuurlijk, dat kun je ook vanuit de filosofie bedenken, bijvoorbeeld Plato's Faido, maar wanneer literatuur en hiernamaals zich zodanig verdichten dat ze elkaars essentie belichten, dan kun je ook Faido gerust lezen als literatuur.

Het moet persoonlijk, heeft Roel gedacht. Hij bouwt zijn observaties en gedachten op, of liever: hij laat ze rondvliegen, rondom het stel Heleen en Mark, die na zijn dood Mark accent wordt. Een soort driehoeksrelatie die door zijn pyramidale structuur alleen al uitwisselbaarheid tussen leven en dood suggereert.

De plaats waar dit zich moet afspelen moet dus de brug zijn, de plaats waar oevers verbonden worden boven het water dat hun ontsnapping aan het leven biedt, maar daardoor ook toegang tot dat leven. In de roman bedenkt iemand ineens dat de plaats waar je vertrekt ook de plaats is waar je weer kunt binnenkomen. Zo wordt ons hele leven potentieel een brug, een plaats waarvan we kunnen vertrekken en weer kunnen terugkomen, ons leven kunnen voorstellen vanuit die terugkomst. De sprong vanaf de brug wordt zo uiteindelijk de sprong in het volgende moment.

Al die gedachten zijn bedwelmend en verhelderend, maar ze zijn in feite al gegeven met die stem van Roel Bentz van den Berg wanneer hij als het ware in die helikopter is gekropen, het geluid heeft overgenomen van die piloot en ons vertelt dat ons Mondriaanse landschap is verknipt en op andere wijze weer in elkaar is gezet, en dat we ons voortdurend bevinden in een overgang, van het ene naar het andere stuk, het ene naar het andere leven, met Roel zelf en Wim Brands.

We staan op het punt om te springen, om iets te begrijpen van ruimte, ruimte zoals het bestaat vanuit ons leven dat ten dode is opgeschreven:
Tijdens generales liet zijn vader hem wel eens ophalen door een toneelknecht of, beter nog, oneindig veel beter, door een van de kleedsters - vrouwen die net als de werksters bij hen thuis, of ze nu jong waren of niet meer zo jong, een bedwelmende aantrekkingskracht op hem uitoefenden - om hem dan vanuit de coulissen mee te laten kijken naar wat zich op het toneel afspeelde. Waar hij daar al snel en, naar bleek, blijvend door gefascineerd raakte was de serie transformaties die de acteurs achter de schermen ondergingen. Van de persoon die ze buiten het theater waren naar de acteur of actrice die ze daar binnen waren, en vandaar weer naar het personage dat ze op het toneel zelf moesten zijn, met daartussenin - zeker wanneer ze zich onbespied waanden, een waan die noodzakelijk was voor wat hun te doen stond - telkens een moment dat hun gezicht even helemaal leeg leek te zijn, blanco. Wat hij altijd had willen weten was wie ze juist op die momenten waren. Pas later begreep hij dat het er niet om ging wié ze dan waren maar wáár.  (p.196-97)
Het gaat er dus om, te begrijpen wie je gids is (Shakespeare en zijn personages), het gezichtspunt te kiezen vanwaaruit anderen jou niet kunnen zien (de helikopter) en de ultieme les te leren (het blanco gezicht dat ten grondslag ligt aan de persoon, aan de ziel). In welke onderwereld we ons ook bevinden, supermarkt of roman, de stem van Roel zal ons geleiden.

http://fast.mediamatic.nl/f/sjnh/image/864/255639-625-352.png

Geen opmerkingen:

Een reactie posten