Hier het spektakel: in de achttiende eeuw preekten filosofen over tolerantie. Intussen drong in het Hollandse, Limburgse Vaals een katholieke vrouw een kerk binnen waar een baby op het punt stond protestants gedoopt te worden. Ze griste de baby uit de handen van de betrokkenen en liep naar de uitgang. Ze werd tegengehouden. Haar geloofsgenoten lieten het er niet bij zitten. Reactie en tegenreactie kwamen op gang en in korte tijd ontstond een heftig godsdienstconflict tussen katholieken en protestanten.
Is een en ander met elkaar in tegenspraak? Welnee. Na de conflicten en eruit resulterende aanklachten en veroordelingen bemoeide Charles Bentinck zich ermee, hoogdrossaard van de Landen van Dalhem en 's-Hertogenrade. Hij stond onder de invloed van de ideeën der verlichte filosofen en wist te bereiken dat de straf werd afgezwakt. De gevangen pastoor kon uiteindelijk wegkomen met een lichte straf.
Nog in een ander opzicht is het verhaal van Cunegonde niet te lezen als weerlegging van het verlichtingsverhaal van tolerantie. De filosofen wisten best dat de gang der dingen niet altijd liep volgens hun ideaalbeelden. Maar juist daarom verkondigden zij hun ideeën. En omgekeerd riepen die ideaalbeelden ook weer hun tegenkrachten op. Was je aanhanger van de rationele tolerantie, dan beschouwde je de katholieken al gauw als primitief en onredelijk. Je was dan eerder geneigd het geweld te vergoeilijken dat tegen de katholieken werd ingezet.
Blijft over dat er geschiedenisboekjes zijn die de verlichting nog vaak neerzetten als een onstuitbare wals die over iedereen heen rolt, elite en volk, religieus en kritisch. Die geschiedenisboekjes worden door elkaar geschud door Benjamin Kaplan, de Amerikaan die het gaperige Limburg bezocht.
Waarom duurt het dan pas tot p.261 voordat we het volgende mogen lezen?
Door het dossier van het proces tegen pastoor Bosten naast andere bronnen te leggen, hebben we kunnen vaststellen dat het religieuze geweld van 1762-1764 in een aantal opzichten in een bekend patroon past. Maar juist door hun zwijgen, suggereren de andere bronnen ook dat de interactie tussen protestanten en katholieken in het overgrote deel van de gevallen vreedzaam verliep. Onze microgeschiedenis ontkracht deze generalisatie in geen enkel opzicht. Integendeel, dit verhaal dat voornamelijk over conflict gaat, veronderstelt dat katholieken en protestanten naast elkaar leefden en woonden en in het normale dagelijkse leven op tal van manieren met elkaar te maken hadden.De microgeschiedenis concentreert zich op het spektakel van Cunegondes ontvoering om het zwijgen te bevestigen vanuit de bronnen. Dat klinkt alsof het ene extreem het andere bevestigt. Maar je kunt het ook anders lezen. Het is ook mogelijk dat historici zich gedwongen voelen het spektakel te zoeken omdat hun ware object, de gang der dingen, hun uit handen glipt. Misschien is dit het meest spectaculaire resultaat van dit boek.
De gang der dingen oogt wel saai, maar het is goed mogelijk dat de waarheid daarmee nog niet is blootgelegd. Het hangt er maar vanaf welke waarheid door de paradigma's moet worden blootgelegd. Is die waarheid die der clichés die worden ontkracht? Of hebben we de historicus nodig om ons via de clichés, onze vermeende waarheid, naar de echte, saaiere waarheid van de gang der dingen te leiden?
Ook is mogelijk dat we het paradigma verkeerd verstaan. Het zou goed kunnen dat we Voltaire, Rousseau en Locke niet goed hebben gelezen. Wat we aanmerken als hun paradigma is in werkelijkheid dat van ons dat we op hen projecteren. Ook durven we niet goed het verhaal, bijvoorbeeld dat van Cunegondes ontvoering, te zien als paradigma dat ons iets verheldert over het samenleven van andere protestanten en katholieken in het achttiende-eeuwse Limburg.
Misschien licht Kaplan gewild of ongewild een tipje van de sluier wanneer hij ons de ontkrachting van het paradigma in de vorm van spektakel voorschotelt. Zou het kunnen zijn dat men in die tijd het spektakel nodig had om waarheden van zich af te houden die nog niet welkom waren, waaraan men nog niet toe was? Die waarheid zou bijvoorbeeld kunnen luiden dat tolerantie en godsdienstconflict elkaar eeuwig oproepen. Het conflict is gegeven, en de tolerantie is niets minder dan de vaak onbeholpen manier waarmee we ermee omgaan, al meppend, oordelend, dealend, trouwend, rovend en boetend. Zo dragen we het conflict en zakken we terug in het rustige samenleven dat voor ons zo onvoorstelbaar was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten