Leren houdt in dat je alles wat je meemaakt gebruikt om je ziel te verrijken. Misschien kunnen we dit beter studie noemen. De verhalen in het boek zijn creatieve producten, nauwelijks geprogrammeerd en losjes geordend. Volgens de Amerikaanse onderwijsfilosoof Tyson Lewis is leren doelgericht, en studeren niet. Je kunt ronddwalen en verdwalen. Lewis spreekt ook van een zwakke utopie, een toekomstvisioen dat je nauwelijks een doel kunt noemen. Het is eerder een manier om te dromen, het ontdekken van mogelijkheden zonder dat je die zo nodig allemaal realiseert.
Ik vind het moeilijk om tot dit boek van Mieke mijn eigen verhouding te zoeken. Allereerst natuurlijk omdat Mieke mijn zus is, en ik het boek meteen met van alles en nog wat associeer. Zo moet ik denken aan haar boek over kinderloosheid, dat eerder over moeders gaat dan kinderen. Kinderloze moeders, wel te verstaan. En moet je dan dat 'moeders' tussen aanhalingstekens zetten? Is een moeder niet precies de belichaming van een droom die niet per se gerealiseerd wordt, de omschrijving dus die ik hierboven gebruikte voor de teksten van de kinderen in haar nieuwe boek? Misschien zijn die verhalen van de Nepalese kinderen dus wel 'kinderloze moeders', 'moeders', en bij nader inzien gewoon moeders.
Een tweede associatie die me in de weg zit is die met tante Ans. Zij was de zus van mijn vader, toevallig ook kinderloos, en bezocht regelmatig missieland Malawi. Van haar heb ik nog een hele stapels dia's geërfd, die ik nooit heb bekeken. Opnieuw zou je kunnen zeggen: die dia's zijn moeders, ineens duiken ze hier weer op in deze blog, en het is nooit uit te sluiten dat ze alsnog vrucht zullen dragen, of 'vrucht'. Nooit is uit te sluiten dat het boek van Mieke vrucht is van die dia's van tante Ans, we weten hoe lastig dit soort zaken in termen van oorzaak en gevolg te duiden zijn.
Het is daarnaast de vraag of we er iets mee opschieten het boek van Mieke te duiden als missie, of, zoals ik onlangs in een blog opperde, als trofee uit de missie. In mijn blog kwam ik uit bij de idee dat je afstand doet van je bevoorrechte positie. Missie heeft iets te maken met overdracht, zoals Jezus die tegen zijn moeder zegt dat zijn leerling Johannes voortaan haar zoon is. Je kunt je moeder dus overdragen, en je kunt bijvoorbeeld je positie als bevoorrechte westerling afstaan, of overdragen op de Nepalese kinderen. Jij was de schrijver, dus met macht, en nu schrijven zij. Dankzij jou.
Dank? De verhalen gaan deels wel over dank, zijn ook tot op zekere hoogte een vorm van dankzegging van de kinderen aan Mieke. En wij prijzen weer die verhalen als we ze lezen, althans ik, daarom staat mijn bespreking hier onder Prijzingen! Maar het is geen liturgisch prijzen, denk ik. Ik probeer erover na te denken, ik doe geen afstand van mijn vermogen tot nadenken. De overdracht van het schrijven komt via de kinderen bij ons terug, in zekere zin kijken we in een apart soort spiegel, oog in oog met onze ziel. Zoals ik al zei, in navolging van Lewis, bij het studeren wordt de ziel verrijkt zonder dat je echt een doel bereikt. Zelfkennis is de inzet, niet de schuld jegens de ander die we liturgisch vereffenen.
Goed, nog een associatie. Bij veel verhalen moet ik denken aan de fabels van Aesopus uit de Griekse Oudheid, die we beter kennen in de vorm van hun bewerkingen door Jean de la Fontaine. Mijn vader zei bij zijn feestje gisteren nog de fabel op die hij in het Frans kent, Le corbeau et le renard. De vos prijst de raaf die een kaas in zijn snavel heeft. De raaf laat zich verleiden tot een antwoord en laat daardoor de kaas uit zijn snavel vallen. In mijn vierde klas lezen we de Griekse versie, en bij de toets moeten leerlingen zeggen welk woord toegang opent tot de politieke betekenis van deze fabel. 'Koning' (basileus) is het juiste antwoord. Het gaat dus om een listige prijzing, een die je alleen kunt doorzien met voldoende zelfkennis. Opnieuw dus: zelfkennis is de issue, niet prijzing.
Een van de fabels in dit boek is Wild Park van Reena Tharu. Het gaat er net als in veel andere verhalen van het boek over de leeuw, zeker ook in Nepal een koning der dieren. Maar hij is in een val beland. Er komt een man voorbij en de leeuw weet hem tot medelijden te bewegen. Uiteraard belooft hij de man niet op te eten. Eenmaal bevrijd uit de val wil de leeuw de man alsnog opeten. Nu moet de man een list bedenken. Hij weet de leeuw ervan te overtuigen zijn wens voor te leggen aan de rechter. De jakhals komt erbij, hij is de rechter.
De leeuw komt dus door zijn eigen schuld in het circus terecht. De wijze les zou kunnen zijn dat je moet doen wat je belooft, ook als je honger hebt. Maar er zijn meer opties. De expliciete les aan het eind is die van de rechter voor de man, die eerst moet nadenken voordat hij hulp aanbiedt. Met deze moraal van het verhaal zou de fabel normaal gesproken afgelopen zijn.He addressed the lion: "Sir, would you please show me how it all happened?" The lion was only too willing. He entered the cage and closed the cage door. The jackal immediately bolted the cage door from outside. "Now the lion is trapped again. Run away, you foolish man! And never offer help to anyone without thinking," said the jackal. The frightened man ran for his life and the ungrateful lion was trapped in the cage again. The hunter came and took the lion away to his circus. (p.58-59)
Toch is er nog een klein vervolg. De jager komt langs en neemt de leeuw mee naar zijn circus. Dit kun je zeker lezen als een uitswinger. Het logische vervolg op de les, of een soort afscheidsgroet. De jager was al aangekondigd door de leeuw, en ook zonder de aankondiging hadden we heus wel begrepen dat er iemand die val moet hebben opgesteld. Verrassender is dat circus. Een jager met een circus? Gaat het om een stroper? Dan zou de rechter hem niet ter wille moeten zijn, toch? Hij is duidelijk een jager in dienst van het circus. De rechter maakt de eerlijke handel mogelijk, en die handel staat weer ten dienste van het vermaak der kinderen. Daar eindigt het verhaal dus, bij het vermaak van de toeschouwers.
Opnieuw kom ik terecht in de thematiek van mijn recente blogs over de Griekse tragedie. Net als bij de tragedie gaat het bij de fabels om het vermaak. De filosoof Jean-Luc Nancy kijkt er anders tegenaan. Vermaak ('distraction' ) is eerder iets voor films, niet voor de tragedie. Maar Aristoteles is er duidelijk over. Dichtkunst is bedoeld om ervan te leren en voor vermaak. Ook tragedies, ook wanneer het verhaal vertelt over wreedheden en dode dieren. Normaal gesproken zouden we hier niet tegen kunnen, maar het gaat om literatuur en de mens is in staat om dan een knop om te zetten. Niet medelijden is hier gepast, maar plezier.
Nu spreekt Aristoteles juist bij de tragedie weer wel van medelijden. We hebben medelijden met het lot van de held doordat we ons met hem identificeren. Medelijden is ook de emotie die de beroemde katharsis bij de toeschouwers uitlokt, een soort zuivering van emoties die zeer verschillend geduid wordt, vaak in morele zin. Maar Aristoteles is de man van de theorie, van de beschouwing. Ik zou er dus wel iets onder durven te verwedden dat de katharsis het plezier niet opheft, eerder mogelijk maakt.
Misschien worden we in dit opzicht extra geholpen door Reena Tharu. In de fabel staat alles uiteindelijk ten dienste van de lering en het vermaak. Medelijden kan een list zijn, dus blijf te allen tijde nadenken! Hier zie ik ook de belangrijkste positieve link met de tragediebeschouwing van Nancy. De tragedie geeft te denken, en het denken, dat van alles te maken heeft met leren en vermaak, verheft zich boven de emoties en de moraal. Denken is mogelijk op diverse manieren, niet alleen langs rationele weg, maar ook door de kunst en de inwijding in het 'mysterie'.
Kunnen we het circus van de jager opvatten als een mysterie, en door uitbreiding ook het boek van Mieke? Niet een mysterie in de zin van een geheime inhoud, ook geen liturgie, zoals gezegd. Misschien heeft het mysterie wel betrekking op de ervaringen van angst (de man die rent voor zijn leven) en medelijden (wij met die man). Daardoor zijn we in staat afstand te nemen van de echte angst en het echte medelijden. Het zijn emoties die tegen zichzelf worden gekeerd, voldoende om de rol van toeschouwer te kunnen innemen en ons te kunnen vermaken.
En dit was precies de bedoeling. Ik wilde nadenken over het boek van Mieke zonder het te vatten in logische patronen. Het denken bracht me bij het mysterie. Nu kan ik de verhalen gewoon lezen en me vermaken.
Mieke Simons, Stories and Dreams from Nepal: The children of Thakurdwara are telling..., Uitg. Lecturium, Zoetermeer 2017