zaterdag 4 april 2015

Cabré - De bekentenis van Adrià

De naam Adrià verwijst naar de Romeinse keizer Hadrianus die tegen het eind wordt geciteerd: "Even nog nemen we samen de vertrouwde oevers in ogenschouw, de voorwerpen die we ongetwijfeld nooit zullen weerzien   ... Laten we trachten met open ogen de dood in te gaan..." Adrià gebruikt die tijd om te schrijven omdat hij weet dat hij wegglijdt in Alzheimer. Hij richt zijn bekentenis aan Sara, de op dat moment al enige tijd overleden liefde van zijn leven. De bekentenis zou kunnen slaan op het feit dat Adrià met een andere vrouw de daad lag te bedrijven toen Sara van de trap viel en vier wervels brak, de aanleiding tot haar dood enige tijd later. De bekentenis kan ook slaan op de viool, 'de voorwerpen die we nooit zullen weerzien', naast Adrià het centrale personage van de roman. Adrià heeft de dure Cremona-viool teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar.

De roman roept associaties op met Doktor Faustus van Mann, ook al omdat de Tweede Wereldoorlog en de holocaust daar de scène vormen van het absolute kwaad, en op een of andere manier via de muziek worden besproken, via componist Adrian Leverkühn. Bij Cabré is de viool getuige van de onvoorstelbare wreedheden die hun echo's uitbreiden over de rest van de eeuw.

Is het wel mogelijk om het kwaad te voorkomen? En als dat onmogelijk is, kun je het dan nog herstellen? Dat is niet alleen de inzet van Adrià maar ook van Matthias Alpaerts, die niet kon voorkomen dat zijn gezin inclusief schoonmoeder, vrouw en drie dochters werd gedeporteerd naar Birkenau. De teruggave van de viool staat symbool voor dat herstel. Maar daarmee is de geschiedenis niet afgelopen, want de viool overleeft zijn bezitters en blijft worden doorgegeven en doorverkocht. Het lijkt of alle verhalen in zijn klank gaan zitten en hem mooier maken.

Toch is Adrià geen violist geworden. Liever wordt hij wetenschapper, ideeënhistoricus. Daarmee gaat hij uiteindelijk tegen de wens van zijn ouders in. Zijn vriend Bernat gaat de omgekeerde weg en wordt wel violist. En als je eenmaal ziet hoe deze vrienden elkaars spiegelbeelden zijn, dan ga je langzamerhand (bij de bijna 700 bladzijden krijg je die tijd ook ruim) zien dat bijna elke scène zijn spiegelbeeld kent. Sara verlangt naar euthanasie na haar wervelbreuk, wat haar geweigerd wordt door Adrià. Gertrud daarentegen wil doorleven en krijgt daarvoor niet de kans omdat haar man haar in het ziekenhuis vermoordt.

De levensles van de roman lijkt te zijn dat het leven verloopt in verdraaide symmetrie. Tegenover de schoonheid staat het kwaad als zijn spiegelbeeld. De bekentenis zelf schrijft Adrià op de achterkant van een essay over het kwaad.

Maar zoals het wel vaker gaat met spiegels en omkeringen, de lezer moet zich lange tijd verliezen in labyrintische kronkels voordat hij ineens weer oog in oog staat met een vergezicht. Daarom is Cabré een barokke kunstenaar, een tovenaar van licht en donker, van afstand en nabijheid. Het is alsof je naar de Johannespassion luistert. Jezus is al tamelijk snel dood, maar de muziek blijft doorgaan, de stille zaterdag vult zich met aria's en koren. In wezen is er in deze barokke kunst geen afsluiting: "Op 27 januari 2011, gedenkdag van de bevrijding van Auschwitz, besloot ik deze roman definitief onvoltooid te verklaren", aldus Cabré in een kort dankwoord, waarin hij en passant ook nog hoopt dat zijn vrienden zich niet alleen aangesproken voelen maar ook 'weerspiegeld'.

Afbeeldingsresultaat voor streichquartett auschwitz

1 opmerking:

  1. Mooie recensie van Cabrés roman. Toen ik het boek las, probeerde ik echter de symmetriën niet op te merken, waarschijnlijk omdat ik liever in de 'abysses' van schoonheid (en misschien ook kwaad) in het verhaal wilde verdwalen.
    Spiegelingen om de diepte van schoonheid en het kwaad te laten zien: ook Brodski suggereert het als hij de strakke kades aan de Neva in Sint-Petersburg met een cantate van Bach vergelijkt...

    BeantwoordenVerwijderen