zaterdag 18 oktober 2014

Oorlog en terpentijn - Hertmans

'Zo was deze paradox de constante van zijn leven: heen en weer te worden geslingerd tussen de militair die hij noodgedwongen was geweest en de kunstenaar die hij had willen zijn. Oorlog en terpentijn. De vrede van zijn laatste jaren heeft hem langzaam afscheid laten nemen van zijn trauma's. Biddend voor Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten kwam hij tot rust.'

Je zou vanuit dit citaat het hele boek van Hertmans kunnen lezen als een prijzing, een dankgebed bijna, als we in staat zouden zijn tot prijzingen na de kennismaking met de verschrikkingen van loopgraaf en mosterdgas.

Nu is er een bijzonder motief in de schilderkunst van Urbain en zijn vader. Zijn vader schildert in een Engels kerkje een fresco van een nieuwtestamentisch tafereel, maar vult de gezichten in met portretten van zichzelf en zijn zoon. De zoon schildert later ook kopieën, van Sint Martinus en van de soldaat van Rembrandt. In dat laatste plaatst hij een zelfportret onder de helm van het Rembrandt-schilderij.

Hoe moet je deze daad interpreteren, welk zicht opent hij op de roman en de levens van Stefan en zijn opa? Hertmans beschouwt dit laatste schilderij als een overwinning van de schilder over de militair. Het leven verbergt zich vaak niet in authenticiteit maar in clichees en kopieën.

Misschien moeten we daarom ook de roman niet - of niet alleen - proberen te lezen als een indrukwekkend getuigenis van een authentiek ego, maar als een poging van Hertmans zijn zelfportret te schrijven via het portret van zijn grootvader. Zijn grootvader heeft zijn memoires geschreven. Hertmans herschrijft ze tot een roman. Maar ergens in die roman moeten we de trekken van Hertmans zelf kunnen herkennen.

Misschien hoort het bij Hertmans zelf dat het leven een geheime strijd herbergt. Onder de oppervlakte, de schijnbare nietszeggendheid van het leven, gaat een strijd schuil tussen het verlangen naar het verhevene en het blijven vastzitten in de bloederige modder, de ziekte en dood. We hebben alleen toegang tot die strijd door hem van buitenaf te beschrijven en herschrijven. Zo ontworstelen we het geheim aan het leven, ons geheim. Maar dat het ons geheim is, is misschien niet meer dan een illusie. We menen iets gemeenschappelijks te hebben met onze grootouders omdat we met hen niet de strijd hebben gevoerd die we met onze ouders wel hebben gevoerd. Dat kan een illusie zijn.

Het is dus niet het unieke geheim van Stefan Hertmans, zijn authentieke zelf. Het is een strijd die schuilgaat in zoveel mensen, zoveel tijden. Daarom ook kan het boek ons raken, het is evengoed ons geheim, of de schijn daarvan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten