zondag 8 juli 2012

Ulysses

Stephen Dedalus verhoudt zich tot Bloom als Aristoteles tot Plato.
Door Stephen ga je het platonisme van Bloom scherper zien, en door Bloom ook Plato anders lezen.
De idee is nu een vrouw die in bed ligt en het leven affirmeert zoals het werkelijk is.
Ook Blooms wetenschappelijke mentaliteit correspondeert misschien eerder met Plato dan met Aristoteles, die toch meer gebonden lijkt aan de gesprekken zelfs als die in de ruimte zweven.
En net zoals Aristoteles de Platoonse ideeën afdeed als betekenisloze deuntjes (teretismata) doet Stephen God af als een shout in the street.

Stephen wordt vaak als alter ego van Joyce zelf gezien. Bloom lijkt dan eerder, denkt men, een ideaalbeeld van Joyce, Joyce zoals hij had willen zijn.

In de inleiding van Geert Lernout lijkt het haast of Joyce in Ulysses wil afrekenen met de Stephen in hemzelf. Het is 'der Geist der stets verneint'. Waar Stephen in Portrait of the Artist nog werd omhelsd of hooguit lichtelijk bespot, wordt hij in Ulysses opgevangen door twee substituutouders die hem liefde voor het leven kunnen bijbrengen.

Er is misschien ook een andere lezing mogelijk. De roman zou draaien om gastvrijheid. Bloom is dan uiteraard het model van de gastvrije mens die Stephen opvangt als die het even moeilijk heeft. Maar zou je Ulysses niet in een meer omvattendere zin kunnen zien als plaats van gastvrijheid?

Stephen reageert als volgt op Blooms aanbod van onderdak: "Prompt, onverklaarbaar, vriendelijk, dankbaar werd het afgeslagen." De vraag wordt dan of afwijzing van een aanbod zelf ook tot de gastvrijheid behoort.

Bij die kwestie is wellicht Joyce's eigen verhouding tot Ierland in het spel. Wonend in het buitenland werd hij door de minister uitgenodigd om weer in Ierland te komen wonen. Joyce sloeg de uitnodiging af. Tegelijk kunnen we Ulysses moeiteloos lezen als plaats waar de stemmen van Dublin worden opgevangen en tot klinken gebracht.

De inbreng van Stephen voorkomt dat de meerstemmigheid pleroma is, volheid van aanwezige redding. Joyce zoekt steun bij een intellectueel soort Joods messianisme, een waarin de eenzaamheid zelf nog kan worden verwoord als teken van verwachting:

"Wat voelde de alleen achtergebleven Bloom?

De koude van de interstellaire ruimte, duizenden graden onder het vriespunt of het absolute nulpunt van Fahrenheit, Celsius of Réaumur; de eerste tekenen van de nabije dageraad."




Geen opmerkingen:

Een reactie posten