Frederik Baas,
Dagboek uit de rivier
Alweer jaren geleden las ik
Jan van Mersbergen over carnaval, dat hij beschreef aan een rivier en met een nadrukkelijke rol voor de rivier. In mijn blogserie
Ideeën had ik
onlangs weer nagedacht over de rivier, naar aanleiding van het boek van Martin Hendriksma over de Rijn. Omdat Van Mersbergen op de radio was met een nieuw boek, werd mijn aandacht getrokken naar zijn pseudoniem Frederik Baas en las ik de thriller
Dagboek uit de rivier.
Ja lezer, veel informatie, en waar heeft dat voor nodig. Het is om u te schetsen hoe zich in mijn wereld steeds vertakkingen en samenvloeiingen voordoen. Als ik probeer te vertrouwen op een rivier, een gedachtegang of een boek, kom ik eigenlijk altijd wel uit bij een verrassing, waardoor ik beter begrijp waar ik nu eigenlijk mee bezig ben.
Dat geldt ook voor mijn blogseries. Er was alles voor te zeggen om mijn beschouwing over de thriller te parkeren bij
Ideeën. Maar ik had hier al geschreven over dilemma's en
Schirach, en dat bracht me op dat ik kan kijken naar dilemma's en aporieën met meer kleur, met inbegrip van de kleuren wit en
zwart. Misschien kan ik met die blik ook naar mijn eigen dilemma's kijken, zoals genoemd dilemma waar ik mijn blog over de thriller kan parkeren.
Volg ik de thriller
Dagboek uit de rivier, dan is de meest voor de hand liggende kleur die van water. Maar water heeft toch geen kleur? zult u zeggen. Ja, maar als wit en zwart kleuren kunnen zijn, dan kan water ook een kleur hebben. Die kleur mag dan wel onzichtbaar zijn, het wordt al iets overtuigender als we ons realiseren dat het onzichtbare in elke thriller een onmisbare rol speelt. Ook kom je al dichterbij wanneer je gaat letten op de klank van stromend water, en klank kan ook een kleur hebben.
De kleur van water wordt in deze thriller niet gethematiseerd. Uiteindelijk gaat het om moederschap. De schrijver is de moeder. Niet omdat hij een kind ter wereld brengt. Of liever, ja dat ook. Zijn kind is natuurlijk zijn boek, en daarbij moeten we denken aan dit boek, 'Dagboek uit de rivier'. Maar dat boek wordt pas mogelijk doordat er een echt kind bij hem komt. Hij moet de moeder worden van dat kind. En dan blijkt dat het geen kind is, maar een volwassene.
Je kunt hier met een metaforische blik naar kijken. De rivier is water dat klein begint, steeds groter wordt en opgaat in een groter geheel. De verhouding van rivieren tot hun zijtakken wordt vaak beschreven in termen van ouderschap. De Rijn is de vader van de Moezel. De vraag is dan wie de moeder is.
Het is geen toeval dat de idee van het opgaan in iets groters juist Barbara, de moeder, in deze thriller erg aanspreekt. Het gezinnetje denkt na over een vakantiebestemming, en komt uiteindelijk uit bij een riviertje in de Ardennen, een riviertje dat uitmondt in de Maas. De reis naar dat riviertje is andersom, het is een reis langs de Maas naar de oorsprong van de rivier. Je zou deze beweging kunnen
framen als de verdeeldheid van het moederschap. Enerzijds moet zij haar kind geborgenheid bieden, ze is de moeder bij wie het kind geborgenheid vindt. Anderzijds is zij de oorsprong van het kind, doordat ze het heeft gebaard. Je kunt dus ook het Ardennen-riviertje als de moeder beschouwen.
De onzekerheid blijft in deze thriller, zoals het hoort, tot het eind toe in stand. Barbara wordt onwetend ingeschakeld in het drama dat zich vooral afspeelt tussen haar man en de ik-figuur, die ook in de roman schrijver is. Terwijl ze de strijd aangaat wordt ze onwetend meegevoerd met de loop der gebeurtenissen, die zich afspelen tussen noodzaak en schuld. Waar de mannen echter primair bezig zijn met de macht over de gebeurtenissen, is Barbara in staat tot een
gebaar, nog voordat ze precies weet hoe de dingen gelopen zijn, wanneer ze het meisje (dat vermist was en weer terecht is) omhelst. Dat gebaar is noch te herleiden tot passieve overgave aan het fatum, noch tot een poging dat fatum te manipuleren. Het is niet minder en meer dan wat het is, een gebaar.
Barbara symboliseert de rivier, zegt de verteller ergens. Ze denkt de hele tijd aan haar ex met wie ze een zoon heeft gekregen. Ze draagt de herinnering aan haar ex met zich mee waarvan haar zoon het symbool is. Bij alle veranderingen, bij het stromende water en de vergane gebeurtenissen, is zij het
dragende element. Het water stroomt en verandert zoals de gebeurtenissen en herinneringen, maar de rivier blijft de rivier. Niet dat de rivier geen water is. Ze is datzelfde water, maar als verbindend element. De rivier verbindt oevers, bron en einde.
Er duikt echter ook steeds water op wanneer de rivier niet in zicht is. Het water wordt door de heuvel opgezogen en uitgeperst als een spons, het komt uit de kraan in het huis, het is overal. Het water is niet alleen een dragend element, het kan de levens van de personages ook verstoren en misleiden.
Kun je nu zeggen dat het water neutraal is, kleurloos, het leven in balans houdt of zich afzijdig houdt? Nee, althans niet in deze thriller. Hier verschijnen andere eigenschappen, adjectieven, associaties. Het water is haast alomtegenwoordig. Het heeft verschillende gestalten, snelstromend, kalm, druppels. Krachtig ook: het vormt de ondergrondse grotten door zich een weg door het kalk te banen. Het is nu eens helder, dan weer donker.
Twee eigenschappen of associaties vooral dringen zich op, in verband met Barbara met name: koud en kalm. Het water is koud. En juist daardoor heeft het een kalmerend effect. De thriller heeft tot doel om ons gemoed in beweging te brengen. Maar daar doorheen, daarachter of daaronder sluimert er een ander verlangen in ons. Ook hiermee bedient de thriller ons op onze wenken. Met koud en kalmerend water. Ook hier kun je in tweede instantie weer denken aan het dragend en verbindend element. Koud is het water omdat het uit de diepte komt, waar de zon niet bij kan. Kalmerend, omdat onze geest in verbinding komt met wat blijft bij alle veranderingen, de aarde.
We belanden haast in de psychoanalyse. Als water ons verlangen naar de moeder symboliseert, met name ook gedacht in contrast met de mannelijke elementen van overtreding en schuld, moeten we dan niet berusten in de tragiek dat we niet meer terug kunnen naar de moederschoot? Is het dan toch het fatum dat ons in zijn greep houdt en waarvan we dan maar beter kunnen houden?
De thriller geeft ons een aanwijzing dat het - althans op papier - mogelijk is om kalm en volwassen te leven, ook nadat we hebben ontdekt dat de moederband ons beknelt en we ons ineens op straat bevinden. Dat blijkt op het eind, in het karakter van het meisje Emma, en met terugwerkende kracht in de andere elementen van het boek. Ze is nog jong, maar ook volwassen en slim. Kalm ook.
Niemand zal gauw op het idee komen een thriller een kalmeringsmiddel te noemen. De rust is er bedoeld om schijnbaar te zijn, en als aankondiging van sterke emoties. Het is vooral de
stijl van Van Mersbergen alias Baas die de kalmte overbrengt van de rivier op de lezer. In een tragedie symboliseert kalmte vooral de koude stilte van de dood. Alleen proza kan kabbelen, met soms een enge passage waar het sneller stroomt. In een komedie zijn de karakters eendimensionaal. In een thriller worden ze niet te diep uitgegraven. Ze drinken water, allemaal uit hetzelfde glas.
Water brengt je tot reflectie. Weet ik nu zoals ik aankondigde beter waar ik in deze blogs mee bezig ben? Met Barbara stel ik vragen over de mens en volg ik de stroom tot de bron. Daar raak ik verwikkeld in vertakkingen, samenvloeiingen. Ik sta te staren bij aporieën. A-poria: letterlijk een ondoorwaadbare plaats. Mijn stijl is misschien koud te noemen. Ik volg wat ik lees. Het windt me op, maar al schrijvend verwerk ik ook wat ik lees. Ik sta net als Emma op straat, ontsnapt aan de knellende geborgenheid, en zie dat ik al onderweg ben. Voor mezelf merk ik dat ik besta, lees maar.