Een van de problemen van prijzingen! is waar je moet beginnen. Er is werkelijk zo veel te prijzen. Nu kun je met droge ogen beweren dat er al zo veel geprezen wordt. Waarom zou je dat dan nog eens moeten prijzen? Maar lieve mensen, zo ligt het niet. Een van de meest verwaarloosde problemen van de ethiek is de vraag of je iets moet met wat er is. Oftewel: als je iemand niets anders te bieden hebt dan een sigaar uit eigen doos, moet je die iemand dan onthouden of niet? Mag je iemand iets geven wat hij al heeft, bijvoorbeeld een prijzing?
Nemen we bijvoorbeeld Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj. Die wil ik graag prijzen nadat ik Het einde van de rode mens uit heb. Maar vervolgens kijk ik een documentaire met mijn vriend Pieter die in het licht wordt gezet van Panopticum De koepel, en, zo zeg ik uit ervaring, heus meer is dan een monument, dan het monument dat hij achterlaat. Het valt me allerminst moeilijk om een lijn te trekken van de Nobelprijswinnares naar Pieter, en wel meer dan een.
Maar goed, laat ik me met pijn en moeite beperken tot twee punten die ik tussen beide niet-monumenten observeer.
Eerst zie ik de auteur, de schrijver die in het licht gezet wordt, geprezen, in beeld gebracht. De ene keer rechtstreeks, de andere keer weer via zijn personages, zijn cliënten, pastoranten, personages. We turen vol ontzag naar het gelaat van de auteur op wie de glorie van zijn personages afstraalt. We zijn gewend dit te zien als meerstemmigheid, als koor. Alexijevitsj werd geprezen om de kunst waarmee ze de uitvinding van Dostojevski en Solzjenitsyn voortzette. Maar waarom zou je Pieter niet als zodanig kunnen zien, als een orkestrator van een meerstemmig koor waarvoor hij, als een James Last of André Rieu, met de rug naar zijn orkest gekeerd zich naar ons keert, opdat wij de glorie der koorleden kunnen waarnemen op het gezicht van de voorstaander, of, in het geval dat hij met de rug naar ons staat, vertrouwen op zijn bemiddelende capaciteiten richting God, waarbij we God voor het gemak Zelf voorstellen als Grote Orkestrator?
Mijn tweede punt ontdekte ik naar aanleiding van Pieter, die, oog in oog met de spijlen van de luchtplaats, zei dat de gevangenis een metafoor is. De meeste mensen zullen schrikken van de zware spijlen en zich ervoor schamen dat ze de gevangenis als hotel zagen. Maar Pieter spreekt mannen die in de gevangenis tot zichzelf komen, hun verblijf beleven als een sabbatical. Mutatis mutandis kun je nu - via de ogen en oren van Svetlana Alexijevitsj - ook Rusland als metafoor zien, als iets wat ons tegelijk gevangen houdt en bevrijdt, als spiegel van ons bestaan.
Via beide auteurs en beide gezichtspunten - die van Pieter en die van Alexijevitsj - ontstaat zoiets als een samenvloeiend perspectief van liefde, exempla die in hun gezamenlijkheid en meerstemmigheid getuigen van liefde.
Ik denk aan het verhaal van Alexijevitsj, die een regisseur aan het woord laat, die weer een film heeft gemaakt over een vrouw. Zij was getrouwd met een man en kreeg drie kinderen. Tegen hem zei ze wel steeds dat ze wachtte op haar ware liefde. Die vatte ze uiteindelijk, ineens, op voor een gevangene met levenslang. Ze verliet haar man en trouwde in de gevangenis met haar echte nieuwe liefde.
Uiteindelijk beweegt deze story zich naar een ongelukkig einde, voer voor cynici. De gevangene laat zich schamper uit over zijn nieuwe vrouw en heeft liever een rijke vrouw die hem kan vrijkopen...
Is daarmee alles gezegd? Ja en nee. Ware liefde moet natuurlijk altijd door de test, en de ergste test is die van de vergankelijkheid en vergeefsheid. In die zin getuigen Pieter en Alexijevitsj van ware liefde. Pieter omdat hij niet geïnteresseerd is in de misdaden van zijn pastoranten, Alexijevitsj omdat ze haar personages en hun taal weet te heroïseren, waarbij ze en passant tragedie en alledaagse taal met elkaar verzoent.
Er is ook een nee. De verhalen getuigen niet van ware liefde, omdat het verhalen zijn. Je weet nooit waar je aan toe bent met die verhalen. Maar dat wisten we al. Zien we Wilfred huppelepups van Kruispunt of het comité van de Nobelprijs, dan weten we dat er meer meespeelt dan alleen waarheid, liefde, oprechtheid.
Ik kies voor de partieel blinde liefde, de liefde die deze laatste alinea uit luiheid laat staan, maar in gedachten schrapt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten