vrijdag 30 mei 2014

De ethiek van Cicero

Lezend in Cicero - moeilijk en mooi, op het zeurderige af - valt me op hoe intrigerend zijn nadruk op vertaling eigenlijk is. Wat is Latijnse filosofie anders dan vertaling uit het Grieks? En wat heeft die filosofie anders te bieden dan het opeisen van de betekenis van het forum tegenover de technische taal? De vertaling naar het Latijn moet dus ook worden begrepen als een vertaling naar het forum.

Maar dus ook naar de retorica. Misschien wel het grootste verwijt dat Cicero Epicurus maakt is dat hij in zijn taal de retorische figuren niet serieus genoeg neemt. Dit zou je kunnen koppelen aan zijn inhoudelijke verwijt dat niet het genot (voluptas) maar de eer (honestas) de hoogste ethische categorie moet zijn. Zou je mogen concluderen dat Cicero het genot deconstrueert als een afgeleide van de eer? En zelfs ook de eer deconstrueert als een doel in zichzelf, zodanig dat je in de eer altijd de eer voorop moet stellen?

Een tweede lezing zou dit moeten bevestigen. Maar nu al geeft het te denken dat retorica iets te maken heeft met eer, meer dan met genot. Cicero zou je dan nog wel kunnen lezen als literatuur, maar literatuur in een ander opzicht, eerder gewetensvolle deconstructie dan verdediging van de praktijk zoals die nu eenmaal is, of als blinde genieting.




zondag 4 mei 2014

Butcher's Crossing

Leest als een jongensboek. Vier mannen gaan op bizonjacht. De jongeman vanuit wiens perspectief de roman is geschreven heeft zich laten inspireren door Emerson en komt vanuit de grote stad naar het dorpje. Hij neemt deel aan de jacht omdat hij zichzelf zoekt. Hij is duidelijk gedreven door de belofte van een authentieker ik die in de Amerikaanse natuur geborgen lijkt.

Wat hij er uiteindelijk vindt is iets anders. Het is vooral iets in de blik van mensen die erachter komen dat alle inspanningen voor niets zijn geweest. Het vergeefse.

Dat vergeefse lijkt verbonden met individuele eenzaamheid. Hier schuilt de tragiek van de onmogelijke gemeenschap. Maar je kunt evengoed zeggen dat die blik zich pas vrijgeeft op het moment dat de gemeenschap zich in zijn meest intense vorm aandient.

In die zin is de belofte van Emerson vervuld, alleen anders.