Kafka's dierverhalen zijn door filosofen Deleuze en Guattari geduid als het volledig doorlopen van een ontsnappingsweg. Je moet dat niet opvatten als vlucht. Het gaat om het vinden van een uitweg die je als mens niet kunt vinden. Dierwording opent de mogelijkheid die uitweg alsnog te vinden. Met terugwerkende kracht zou je uiteraard ook de metamorfosen van Ovidius zo kunnen lezen.
De mol werkt voortdurend aan zijn ondergrondse bouwwerk. Hij peinst de hele tijd over wat hij doet. Dan hoort hij ineens een raar geluid. Het is waarschijnlijk een indringer, maar dat staat niet vast. Uiteindelijk verdwijnt het geluid vanzelf weer. De mol probeert deze gebeurtenis te duiden.
Voor mij waren de Kafkaverhalen met de filosofische duiding lange tijd richtinggevend. Ik kon me moeiteloos met de mol identificeren. Nog steeds bevind ik me (met jou, lezer?) in een labyrint. Nog steeds bouw ik dat uit en denk ik na over de voordelen van het hebben van verschillende burchtkamers.
De lezer, jij dus, is een geluid dat ik niet kan identificeren. Wat komt hij doen? Waar is hij op uit? Is hij wel ergens op uit? Heeft hij mij en mijn bouw überhaupt wel ontdekt of gaat hij er rakelings langs?
De mol aarzelt grofweg tussen twee opties. De eerste is de verdediging. De bouw lijkt een verdedigingstechniek. Maar hij vraagt om zoveel zorg dat hij waarschijnlijk niets toevoegt aan het bestaan erbuiten. Integendeel, behalve zichzelf zou de mol ook nog zijn bouwwerk moeten verdedigen, bijvoorbeeld met een wal erbuiten die het aan het zicht van de voorbijganger onttrekt en over hem heen stort als hij aanvalt. De andere optie is die van het ongerichte bewegen, graven en rusten. En van het genieten van de techniek, zoals het werken met twee ingangen. Het is een soort reflex waar de mol ook wel wat in ziet.
Omdat het verhaal waarschijnlijk zelf Kafka's ontsnappingsweg is weet je niet welke optie erin wordt gekozen. Je weet namelijk niet wat die ander zal doen en kunt daar je strategie dus onmogelijk op afstemmen. Je blijft dus zwenken tussen beide opties.
Het is dus ook maar de vraag of je het verhaal kunt duiden. Het verhaal brengt ons ergens, maar deel van de richting is precies de doelloosheid, het heen en weer rennen in de gangen, het graven en peinzen.