vrijdag 24 oktober 2014

Stil de tijd - Odes van Joke Hermsen

Nadat ik in  een ander blog lucht heb gegeven aan mijn irritaties kan ik nu in alle rust Hermsen volgen in haar odes, waarvoor zij dient te worden geprezen.

Wie had verwacht dat Stil de tijd van Joke Hermsen een levenskunstboek is komt waarschijnlijk bedrogen uit. Natuurlijk, je kunt haar dagboeken uit Frankrijk, Etrurië en Athene lezen als voorbeeldige pogingen om een andere tijdservaring te zoeken die behalve Hermsen zelf ook de lezers creatiever maakt. Maar daarvoor zijn die verslagen toch te persoonlijk, tezeer Joke Hermsen. Ik zie mezelf niet snel met Selma Sevenhuijsen door Italië rijden, op zoek naar afbeeldingen van dubbelstaartige meerminnen.

Gelukkig maar, want de levenskunst krijgt pas zin als de denker het leven zelf heeft overdacht en geprezen. En dat is wat Hermsen probeert te doen, via de uitleg van filosofen en literatuur. Uiteindelijk komt ze met haar verkenningen uit bij Ernst Bloch, de filosoof van het nogniet. Ze prijst deze denker om zijn afwijzing van de voltooiing. Het zijn is onvoltooid, laat altijd een nog ongerealiseerde mogelijkheid open en is precies daardoor teken van hoop.

Mij is niet helemaal duidelijk waarom we die mogelijkheid als iets wenselijks of iets positiefs moeten opvatten. Bij Hermsen vinden we wel sporen van antwoorden. Allereerst verwijst zij via het 'stil de tijd' naar de poëzie van Kouwenaar en naar de durée van Bergson. De manifestatie van het nogniet ontrukt het subject aan de dwang van de kloktijd en opent een ander perspectief op de tijd. Dat wordt pas duidelijk wanneer het subject geestelijk verrijkt terugkeert in de kloktijd. Die is nu bevrijd van zijn gewelddadige werking omdat we hem kunnen ervaren als een nogniet. Dit komt bovendien overeen, durf ik te zeggen, met de kruipgatfilosofie van Bachtin, die net als Hermsen zelf verwijst naar Montaignes 'grand peut-être'.

Het tweede perspectief lijkt daarmee in strijd te zijn. Hermsen ontdekt het bij de Grieken, die de toekomst zien als iets 'in hun rug', iets dat ze achter zich hebben. In werkelijkheid valt er in deze levenshouding een Blochiaanse inslag te vinden, doordat de Grieken zich na elke aanval van fatalisme weer samenrapen en lachend verdergaan. Intussen verschijnt dit specifieke nogniet wel als de verwelkoming van iets dat niet als positief wordt ervaren. Dat wordt misschien nog het meest duidelijk in een komisch beschreven scène in het boek, als Hermsen na een besmetting ziek boven de toiletpot hangt. Ze voelt zich helemaal versmolten met de tijd en voelt 'niets'.

Hoever gaat Hermsen in deze ervaring? Zij duidt die vooral als het besef dat we de toekomst niet in onze hand hebben, die voltrekt zich aan ons zoals een voedselbesmetting. In haar ode aan Bloch wordt al duidelijk dat Hermsen niets ziet in het niets, in de ervaring van de dood als niets à la Heidegger. De dood thematiseert ze liever aan de hand van de foto's van kunstenares Margriet Luyten, die deze maakte van haar stervende en overleden moeder. Hermsen koppelt deze kunst aan het doodsbegrip van Levinas. Eerst duidt ze de foto's van Luyten als een uitdrukking van kwetsbaarheid. Die vraagt om onze toewijding, dat we een pas op de plaats maken. Daardoor kunnen we opnieuw nadenken over de dood als mysterie. Liever mysterie dus dan het onheilspellende Niets. Hierin volgt Hermsen Levinas, die hieruit concludeert dat de dood 'zuiver emotioneel' is, 'omdat hij een ontroering in onze zinnen en in ons denken teweegbrengt, die een "weten losmaakt dat aan elk weten voorafgaat"'.

In haar slotbeschouwingen komt Hermsen opnieuw uit bij een soort metafysica van de emotie, die ze nodig heeft als intermediair tussen de twee tijdservaringen, de kloktijd en de gestilde tijd. Via de emotie kunnen we uit de kloktijd overstappen zonder ten prooi te vallen aan de hybris van het subject, omdat emoties eerder horen bij kwetsbaarheid, menselijkheid en bij wat ons overvalt. Toch wordt zo ook de betekenis van een actievere houding zoals in de filosofie duidelijk. We kunnen de emoties namelijk aanwakkeren, via de beschouwing, de kunst en het schrijven.

De kantiaans of hegeliaans angehauchte filosoof kan nu in zijn handen klappen. De tweewereldsheid is gered evenals de mogelijkheid van bemiddeling. De oproep 'stil de tijd' heeft betekenis gekregen binnen een bredere antropologie van de tweespalt en de emoties.

Toch lijkt er, nu alle elementen in kaart zijn gebracht, een mysterie over dat Hermsen zo goed als niet bespreekt, de kloktijd. Onze alledaagse tijd wordt geschetst als het voortgejaagd worden door de wijzers van de klok. Het meest perfect lijkt die tijd belichaamd in de toeristen op de Akropolis, die de hele tijd foto's maken met hun mobieltjes, maar geen tijd hebben om die foto's nog terug te zien. Ze leven in een illusoir hier en nu, zonder verleden ook en zonder toekomst.

Het is onhelder hoe deze klokmens in staat kan zijn tot emoties en toegang kan krijgen tot de andere, diepere tijdservaring. We zijn het zelf, maar we kennen hem niet. We weten niet wat de klok betekent noch wat de acties betekenen die onder zijn regime worden uitgevoerd. De grootste karikatuur overtreft tegelijk elk realisme. Met dit niet-weten, dit alternatieve Niets, dreigt ook de bemiddeling zijn betekenis voor ons te verliezen. Waarom zouden we naar de kloktijd willen terugkeren als we leven als God in Frankrijk? Mededogen? Of de harde noodzaak van brood op de plank?

Het is ons gedeelde geheim, het geheim dat Hermsen wel in stand moet laten om de grenzen van haar wereldbeschouwing scherp te houden. Misschien is Emmanuel Kant wel de filosoof die dit geheim het meest belichaamt. Zijn stadsgenoten zetten hun klok erop gelijk als Kant zijn wandelingetje ging maken. Het betekent misschien wel niets, of zelfs Niets. Zou dit niets niet evenzeer de tweespalt van de mens in stand houden en opheffen als de drukke agenda van Hermsen?

Het zou om een nieuwe en andere filosofische bezinning vragen, ware het niet dat deze klok ons voortdrijft, geen ruimte laat voor een heden waarin we kunnen verpozen. Het blog is teneinde en daarmee ook mijn ode aan Joke Hermsen, er wachten weer andere taken.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten