zondag 22 januari 2012

Secundes bij Bach

Secundes bij Bach lossen glijdend op. Het zijn meestal grote secundes. Kleine secundes komen ook voor. Maar ook die doen nooit echt pijn.

Toch krijg je het idee dat ze pijn willen uitdrukken. Kleine spijkertjes door handen. Misschien hebben ze ooit wel pijn gedaan, in tijden dat de emoties door veel kleinere gebeurtenissen uitgelokt werden.

Maar omdat de gebeurtenissen zo veel groter en wreder waren dan die in onze tijd onze omgeving kan het niet anders of de secundes hadden een sublimerende werking.

En zo zwelgen we nog steeds met Bach in het lijden, en lijden we aan de verzachting verzoeting.

Bach horen is duizelen van chiasmen. Stemmen kruisen van gekruisigde bidders. Het echte drammen loopt over in glijdende kitsch en weer terug.

Lijden in de aanbieding.


maandag 16 januari 2012

Economen

Eerst dacht ik: economie is geen wetenschap.
Geen methode, geen voorspellingen die bevestigd worden door gebeurtenissen, geen eenheid van discipline.

Maar in de zwakte kan kracht schuilen.

Je hebt een type denken nodig dat zowel kan meeglijden als lijnen kan trekken vanuit een min of meer stabiele positie of frame.

Een denken dat zijn uitgangspunt neemt in het midden van wat gebeurt. Geef dat denken een naam en kijk telkens opnieuw weer waar je uitkomt, als je al uitkomt.

Er is dan misschien geen huis, geen oikos, misschien eerder een moeras of een rivier. Maar precies daarom moet je die krachten, bewegingen, stromingen ergens meten en vergelijken.

Je zult voorlopig altijd verdacht, instabiel, onbetrouwbaar zijn.
Tegelijk zul je omhelsd, herkenbaar, vertrouwd worden.

Leve dus de econoom, bij nader inzien.


zaterdag 14 januari 2012

Goeie schrijvers

Nu ben ik Claus aan het lezen. Goeie schrijver!
Voor Platonov kun je me ook wakker maken.
Tacitus, die schreef het heel bijzonder op.
Een Dostojevski, daar schep je de gedrevenheid van af.
Er zijn ook vrouwen die er wat van kunnen. Wat dacht je van Hella Haasse?
Beckett hoort tot mijn favorieten.
Goeie schrijvers!

Er was eens een man die gedichten van Bukowski murmelde bij fuga's van Bach die hij zelf erbij speelde.
Goed man.
Maar ook die gedichten zelf, best goed.
Een Bernlef, als je die alleen al ziet...
Uitstraling, balans, een zekere betrokkenheid gecombineerd met afstand...

Je moet de verhalen erachter kennen.
Wist je dat Dan Brown 's ochtends schreef voor hij ging lesgeven?
En Kafka, bekend genoeg, bij zijn Arbeitsunfallsversicherungsanstalt, en 's avonds nog aan de bak.

En zo kun je nog wel even doorgaan.
Als je nog eens een boek leest, laat het uitlopen op een prijzing.
Dan weet je weer waar je het voor doet.
En ze verdienen het!


Koppen

Snel even de koppen.

De hemel in prijzen: het graf.

Met kapsel, hoed en hoofddoek.

Ruud Geels.

De bijl van Johannes de Doper.

De twee geboden van Jezus, het ene van Paulus.

De kapitale baarden van Marx, Engels en Zizek.

L'Europe, le cap d'autre.

De Gouden Eeuw teruggebracht tot Herodotus en Thucydides, en die weer tot Herodotus.

De twee (drie) koppen van Cerberus.

De zeven (maal twee maal twee) koppen van Hydra.

Slaan, dichtschroeien, klaar.

vrijdag 13 januari 2012

Liturgieën

Al zo veel eeuwen in repetitie.

Geslepen taal, suggestie van verhaal.

Kort, het algemene via tamelijk concrete dingen.

Oorzaak van zo veel stokking en zo veel stimulans.

Bron van conservatieve revoluties en stilzwijgende achtergrond bij progressieve revoluties.

In afstandelijke gematigde bewondering zeeg ik voor Andries, Marjet en Ad.

Niet diep, wel sierlijk, in tweede instantie wel diep, hoog, diep, hoog.

Omlaag, mensen, op je knieën.
Omhoog mensen, met geheven hoofd de kerk uit.

Ite, missa est.
Itemmissa est.
Iter missa est.
Iter ite.

Intimidatie

Dat wurgend gevoel dat je krijgt als je mensen ziet die iets goed kunnen of bij wie andere mensen denken dat ze dat goed kunnen.

We moeten het prijzen. Liever niet, liever zou ik uit afgunst en schaamte mijn hoofd wenden of handig de aandacht vestigen op die onvolkomenheden die ook aan deze mensen kleven.

En o mijn god, wat zijn het er veel.

Mijn god! Wat zijn het er veel!

zondag 8 januari 2012

Dure wachter

Was het Leon de Winter die toen Thomas Bernhard opzocht in zijn boerderij in Oostenrijk?
De schrijver was afwezig, of kwam terug en wilde hem nauwelijks te woord staan. Of hij antwoordde met korte, nietszeggende zinnetjes.
Om De Winter te helpen zei hij toen: bij de meeste automaten gooi je er een kwartje in en krijg je er vijf euro uit. Bij mij is het andersom. Je gooit er vijf euro in en krijgt er een kwartje uit.

Knap van De Winter, dat mijn herinnering aan Bernhard nu zozeer via De Winters volharding en aanbidding loopt.


Ontoegankelijk

Kan zijn dat je mooi bent.
Maar ik begrijp er geen snars van.

Ik wil wel.
Maar het is zo ontoegankelijk.

Het is zo ontoegankelijk.
En dat maakt het toch minder aantrekkelijk.

Caesar open u.
Als je iets van me wil, laat maar weten.

Gaan we moeilijk doen.
Verwacht dan niets van mij.

Verwacht dan niets.
Het is er alleen voor jou.

Het geeft zich niet prijs.
Zo kostbaar is het.

Goedkope prijsopdrijving.
Laten liggen, niet meer naar kijken.

Wie weet
krijgt het waarde.

Maar niet voor mij.
Voor mij is het boek gesloten.



zaterdag 7 januari 2012

Gevaar

Deze serie prijzingen is nauwelijks gevaarlijk.
Anders zou het misschien liggen wanneer er ineens veel lezers zouden zijn, die zich erdoor lieten beïnvloeden.

Prijzen is een manier om aandacht te vestigen op iets, dus om andere zaken te marginaliseren.
Het kan via media-effecten en groepsverdwazing de lezer verhitten. Deze kan op hol slaan en allerlei dingen gaan prijzen en zo de zaak verder opdrijven totdat hij ontploft.

Een waarschuwing als deze kan op zijn beurt weer een melodramatische klacht zijn over gebrek aan aandacht. De auteur laat zich meevoeren in berekeningen die zijn intenties tebuiten gaan en sissend en smorend uitdoven zoals ronddraaiend vuurwerk op 7 januari.

Dit illustreert hoezeer het prijzen samengaat met analyse. Die analyse is in deze blogs een waakvlammetje, maar moet onmiddellijk opvlammen wanneer de prijzing groepseffecten sorteert.

Achter de analyse gaat zodoende een omvattendere visie schuil op de gewenste verhouding tussen gevaar en indamming. De vraag is echter of we op dit metaniveau ook kunnen volstaan met een waakvlammetje.

De verontrustende vraag is of we de effecten van onze woorden wel kunnen beheersen. Er kan altijd een gek zijn die dit leest en deze woorden gebruikt om zijn sluimerende godsdienstwaanzin aan te jakkeren. 'Waarom niet, je wil toch prijzen? En als ik dat nu op de Tempelberg wil doen en daarmee de komst van de Messias, Madiah of Christus dichterbij breng? En wie zegt mij dat niet elke prijzing een voorbereiding is op de redding die zich aan het eind der tijden zal voltrekken?'

Dergelijke overwegingen over mogelijke gevolgen doen erg paranoïde aan. Toch zouden ze zinnig kunnen zijn in een ander opzicht. Het is erg onwaarschijnlijk dat deze blogs grote effecten zullen hebben. Maar het is wel goed om na te denken over prijzing in het algemeen. Het lijkt zo positief. Maar hoeveel geweld is niet gemotiveerd door prijzing? En geef je je denkvermogen niet al prijs wanneer je tot prijzing overgaat?

Uiteraard is ook het nalaten van prijzing gevaarlijk, zoals ik in de vorige blog heb aangetoond.
Beide gevaren zullen dus tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Het gevaar van teveel afwegen is dat we uit het oog verliezen wat van waarde is.
Daarom moeten we blijven doorgaan met prijzen.
En met denken.
Prijs daarom ook het denken.
Denk over het prijzen.
Over de gevaren en zegeningen van het prijzen.


vrijdag 6 januari 2012

Afscheid

Als de Russen ver weg gingen zeiden ze 'prosjtsjáj', vergeef me.
De schulden moesten eerst vereffend.


Tegenwoordig betekent 'prosjtsjáj' gewoon 'vaarwel'.
We hebben de hoop opgegeven dat de ander nog betaalt
of vertrouwen eindeloos op de aflossing.


We zijn Jakob en Esau.
De een ontfutselt de zegen, de ander loopt hem mis.


Zonder prijzing geen toekomst.
Zonder prijzing alleen maar toekomst.



Wijsheid

Prijs de dag niet voor het avond is.
Stel dat deze wijsheid wijsheid bevat, is deze prijzing dan prijzing?
Of is het al avond?

Het is misschien een dwaze prijzing.
Een prijzing uit angst dat het misschien al avond is,
de angst dat iets ongeprezen blijft nadat we het vergeten hebben
of omdat het ook ongeprezen wel blijft
of - wijsheid tegen wijsheid -
goede wijn behoeft geen krans.

Geen tijd te verliezen.

De slachtoffers van de holocaust die hun vermorzelde leven weer oppakken.

De gevangenen om hun spijt.

De enorme hoeveelheid ongeziene detailtjes die nog niet
door geweldige dichters bezongen zijn.

De middelmatige leerling die worstelt, het prijzen doet hem goed.

De verkoopbare dingen op de markt om hun waarde.
De onverkoopbare om hun moed of uithoudingsvermogen.

De eenzamen, de gewone drinkers, de abstinenten, de verslaafden.

De ex-rokers op 6 januari.

De Indiase bedelkinderen wier ogen zijn uitgestoken door gewetenloze profiteurs.

Een conclusie is snel getrokken: bereid de avondprijzing goed voor.
Prijs de wijsheden.


donderdag 5 januari 2012

Satire

Satire is goedkoop.
Je neemt wat afstand en zegt 'drol'.

Maar onderschat niet hoe veel moeite het kost om zelfs slechte satire te maken, Vrijdag op maandag, of Youp over rugzakjes.

Daarom zij alle satire geprezen, zelfs slechte.
Ook al kost het ons nog zoveel moeite.

Hetzelfde geldt voor de verfoeiers van satire, zoals Bachtin of de recensenten.

Het is maar al te goedkoop om te wijzen op de gemakkelijke immuniteit van de satiricus, zijn superioriteit, arrogantie en inwerkingstelling van de lachende groep.

Toch moeten we ook deze verfoeiers niet onderschatten. Ze maken satire onderdeel van een cultuurvisie waarin veel, soms zelfs heel veel zaken worden gewaardeerd. Heilige huisjes, straten, steden.

De heiliging van de wereld vraagt er zodoende om dat we de satire prijzen alsmede de kritiek op satire, als zou zij te gemakkelijk zijn.

Vooruit, laten we ook de opzettelijk slechte of ergelijke satire niet vergeten, Jiskefet bijvoorbeeld. Dapper!

Wilders

Wilders moet geprezen worden.
Zijn tweets zijn gemakzuchtig, maar daarin vertegenwoordigt hij de gemakzuchtigen.
Dus eigenlijk zijn ze heel verantwoordelijk.


Wilders betrekt de burgers weer bij de politiek, die op sterven na dood was.
Beter een pseudo-leven dan geen leven.


Wilders provoceert, beter dan ik het met deze prijzing kan doen.
Mijn reactie zal dus altijd een element van jaloezie bevatten.


Het is dom om Wilders het graf in te prijzen.
Het zou zijn immuniteit vergroten.
Temper dus de prijzing.


Hoe ver moeten we de prijzing temperen?
Zo ver dat we niet het risico lopen dat Wilders en zijn sympathisanten er kracht uit putten.
Het is daarom goed, de prijzing alsnog helemaal terug te nemen.


De prijzing was een rationele opwelling, een eerlijk en openhartig moment in het tikketak van het denken.


Nu kunnen we weer overgaan tot de ontmaskering en vervloeking.


Laten we Wilders prijzen en daarna weer vervloeken!

woensdag 4 januari 2012

Het onvolmaakte

Als je iets prijst, prijs je het volmaakte in datgene.
Laten we daarom het volmaakte prijzen!


Met het volmaakte hebben we ongemerkt ook het onvolmaakte meegeprezen.
Laten we daarom het onvolmaakte prijzen!


Er is zoveel onoprechts en ironisch in zo'n prijzing dat we het niet mogen goedkeuren.
Laten we daarom het slechte prijzen!


De prijs van het goede is het goede.
Laten we daarom het goede prijzen!


Mag ik de rekening alstublieft?


... Ik kom zo terug ...

dinsdag 3 januari 2012

Andere vrienden

En zo zijn er vrienden die dwars tegen de prijzing in reageren.
Of ze reageren precies volgens de prijzing.

Alsof de prijzing ook maar iets zegt over deze vrienden of over wat ik van deze vrienden wil vernemen.

Het mooie van een prijzing, de kans ervan, is gelegen in de dubbelheid van verwelkoming van een gave. Dubbel, omdat die gave er zomaar is, en ook, hoe raar het ook klinkt, omdat er zoveel gegeven is voor die gave.

Het risico van vriendschap is dat gave en teruggave elkaar doorkruisen en het kan zijn dat ze er dan allebei niet meer zijn.

We moeten daarom ook dat niets nog verwelkomen.

maandag 2 januari 2012

Vrienden

Als je veel vrienden hebt ben je rijk. Aan vrienden.
Mooier nog is het om heel weinig vrienden te hebben, maar dan wel echte goeie.


Je stelt je zo'n vriend voor als iemand die je veel aandacht geeft, en van wie je die aandacht dan ook weer terugkrijgt. Je investeert in je vrienden, je maakt er werk van.


Zo'n vrienden heb ik eigenlijk niet. Ik weet ook nooit zeker of ik ze wel vriend moet noemen. Het zijn meest mannen - en enkele vrouwen - op afstand. Het is een verzamelnaam geworden waar  bijvoorbeeld ook familieleden bij horen.


Afspraken maken doen we bijna nooit, en vaak blijft het bij voornemens. Zie je ze bij feestjes, dan spreek je met hun collega, niet met henzelf.


De vrienden schrijven in korte zinnetjes. Ze zijn positief en begripvol. Een tikje bezorgd en zorgzaam als er reden voor is.


Misschien zou je onze ontmoetingen 'inclinamen' moeten noemen, de onverwachte en geringe afwijking opzij bij het gezamenlijk vallen.


Het is mooi dat het gebeurt, dat het kan gebeuren, dat het had kunnen gebeuren.



Mezelf

Al vroeg bleek ik over allerlei kwaliteiten te beschikken.
Toen ik vijf jaar was dacht ik al dat ik een heel bijzonder persoon was met een bijzondere betekenis voor de wereld.
Later, veel later, heb ik dit idee met hulp moeten ontmaskeren. Het was ook maar een manier om me staande te houden, een idee bovendien met schadelijke effecten.


Nu kun je daar wel bewondering voor hebben, voor mensen die zich staande houden en heel langzaam leren omgaan met hun veronderstelde kwaliteiten.


Zo heb ik ook moeten ontdekken dat er anderen, veel anderen, zijn wier voornaamste doel is om zich staande te houden. Het is in al zijn bijzonderheid eigenlijk helemaal niet zo bijzonder.


De beweging die je dan moet maken is dat je niet alleen afrekent met je narcisme, maar dat narcisme tot op zekere hoogte moet accepteren omdat je nu eenmaal ook maar een mens bent met een geschiedenis.


Vandaar dus deze ode aan mezelf. Het is niet anders.