zaterdag 18 juni 2016

La vita è bella

De film is niet alleen ontroerend maar ook belangrijk om te begrijpen hoe we ons leven te kunnen leven. Ik ben toch al verzeild geraakt, via Agamben, in het Italiaans. Maar ook qua wereldbeschouwing sluit de film mooi aan bij de filosofie van Agamben, zoals in zijn boek over Pulcinella. Juist wanneer de grootste rampen zich voltrekken zien we vaak een opbloei van de komedie. En de komedie biedt geen tegenwicht tegen de tragedie, maar vloeit eruit voort.

Zo is de film zeer tragisch. De held gaat uiteindelijk tenonder nadat hij de heersers heeft uitgedaagd. Toch is zijn opstelling moeilijk hubris (overmoed) te noemen, hij lijkt vanaf het begin te beseffen waarmee hij bezig is en in zijn inzet, de redding van zijn zoon Giosué, slaagt hij ook nog. Met zijn komische omduiding van het concentratiekamp als een spel voert hij een riskante, maar niet kansloze actie uit, waarbij je het risico kunt duiden als zelfopoffering.

We vinden in de film nog een andere belangrijke gedachte van Agamben, die hij overneemt van Leibniz. We moeten ons leven zo begrijpen dat het mooi is. Het lijkt of de menselijke geest oneindig flexibel is. Hebben we dat door, dan kunnen we een levensvorm vinden waarmee we zelfs in afgrijselijke situaties kunnen leven. Die levensvorm staat wel en niet in contact met het leven zelf, het is een contact zonder contact.

Hoe dat eruit kan zien, toont de film. Benigni (Guido) lijkt een wereldvreemde snuiter die zijn medegevangenen zwaar irriteert. Zijn verhaal van het kamp als een spel maakt zijn zoon soms boos, die gelooft er niet meer in. Verder is het zeer wel mogelijk dat Benigni met zijn verhaal vastloopt, dat er dingen gebeuren die er niet bij passen en waardoor hij wordt ontmaskerd.
Geen contact dus.

Maar ook weer wel contact. Daarbij helpt de regisseur (toevallig ook Benigni) hem een flink handje door allerlei zaken uit de enscenering weg te houden en Benigni's leugens dicht bij de situatie te houden. Het zou niet eerlijk zijn dit de regisseur te verwijten, hij doet zelf een poging het leven zo weer te geven dat het mooi is, en tegelijk de kracht van die idee te laten zien.

Een belangrijk moment in de film vind ik wanneer de jongen uit de kast kruipt en een tank ziet aankomen. Hij weet op dat moment niet dat het een tank van de Amerikaanse bevrijders is. Hij staat ervoor zoals de Chinees van de beroemde foto met zijn plastic zak. Benigni had zijn zoon voor zijn dood beloofd dat de winnaars van het spel een tank cadeau zouden krijgen.

In deze scène, de jongen voor zijn grote prijs, ballen alle betekenissen zich samen. De tank is dreiging, belofte en beloning. De jongen is kinderlijk en onwetend, maar heeft ook als enige overblijver toevallig weet van de overwinning, al is het (misschien) in een andere zin dan hij dacht.

In de scène zien we ook dat de bevrijding geen bevrijding is. Overal ter wereld zien ook volwassen mensen tanks als beloning voor een spelletje dat ze spelen, en houden daarmee de oorlog in stand.

Toch zijn er uitwegen, manieren om zelfs dit krankzinnige inzicht nog te vatten in een levensbeamende lach, een lach die ons de kracht kan geven om ons voor de tank te posteren zoals de Chinees op de foto.



2 opmerkingen:

  1. De ultieme overlevingskunst. Maar zo zwaar overdreven dat het ongeloofwaardig is. Het idee is bijzonder om zelfs het concentratiekamp te gebruiken voor komedie, maar ik heb beide keren de film met gemengde gevoelens bekeken. Misschien is dat wel de bedoeling.

    Bij mijn eerste kennismaking met Roberto Begnini was ik helemaal weg van hem. Later is hij steeds meer gaan irriteren, alsof hij steeds hetzelfde kunstje laat zien. En ondanks dat vind ik hem een sympathiek persoon. Ook gemengde gevoelens dus.

    BeantwoordenVerwijderen