zondag 5 mei 2013

Alarmbelletje

Nog steeds zijn we in de ban van Sloterdijk met zijn oefenboek. Op tv gaf zijn vriend René Gude er de draai aan dat we vooral moeten oefenen in ons gebruik van negatief gepraat. We moeten dat gepraat zijn plaats wijzen, het moet niet meer dan een opstapje zijn naar een ander gepraat. Het moet gericht zijn op het leveren van onze persoonlijke bijdrage aan het leven van de mensheid.

In Oefeningen in wat ik zoal meemaak zoek ik net als Sloterdijk een verbinding tussen het oefenen en de tijdgeest. Gude zoekt met zijn oefening eerder contact met de toekomst, enigszins tegen de tijdgeest in. Zelfs zijn erkenning dat hij deel uitmaakt van de tijdgeest is erop gericht de ander ertoe te verleiden met hem te oefenen.

Een prijzing zou zomaar zo'n oefening kunnen zijn. Een poging afstand te nemen van de vervelende gewoonte negatief te praten over anderen.

Het dwingt me om opnieuw te denken in welk genre ik me bevind, en wat het genre met mij doet. Mijn 'prijzingen' overziende is de toon minder prijzend dan wat je op grond van de titel zou verwachten. De kern van het genre is misschien toch eerder de verwondering. Wat gebeurt er eigenlijk wanneer je iets probeert te prijzen? Wat gebeurt er wanneer iemand iets prijst?

Een mogelijk effect kan zijn dat de prijzing niet erg lukt. Dat resultaat is zo mogelijk nog negatiever dan een negatieve kritiek. Zelfs als je het probeert te prijzen lukt het niet. Nou, dan moet het wel heel erg met dat boek of die film gesteld zijn. Ook kun je iemand 'het graf in prijzen', ook al niet erg positief.

Nog weer een ander effect kan zijn dat de prijzing iets verrassends oplevert. Je verwoordt je prijzing op zo'n manier dat het geprezene in een ander licht verschijnt, geheimen prijsgeeft of nieuwe schaduwen werpt.

Zo denk ik aan René Gude, en wil ik hem prijzen voor zijn levensmoraal, waarin we worden opgeroepen onze persoonlijke bijdrage te leveren aan de mensheid. Echter: met mijn prijzing dreig ik - volgens zijn eigen opvatting - weg te zakken in een anoniem leven, omdat ik niets eigens breng, maar alleen maar iemand anders heb bijgevallen. Met mijn prijzing val ik in een kuil. Niet alleen mijn leven is mislukt, ook nog mijn kans om in de mensheid voort te leven is verprutst. (Het Pavlovbelletje gaat nu flink tekeer, de ultieme alarmfase is duidelijk aangebroken.)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten