donderdag 27 december 2012

Dit zijn de namen

Op tv was ooit een wandelingetje te zien in een kloostertuin. De beroemde schrijver Tommy Wieringa keek er samen met de Dominicaan André Lascaris terug op de tijd dat hij in dat dorp zijn Joe Speedboot zat te schrijven. Lascaris legde hem voor de camera nogmaals uit hoe het zat met romans, en wat de Franse filosoof René Girard daarvan wist.

De lessen blijven doorklinken. Misschien ontstaat er een herhalingseffect dat tot vervoering leidt. Zo komen we dichter bij het mysterie. Het mysterie van de overgeleverde godsdienst en het mysterie van een religie die onder onze neus ontstaat.

Misschien ook daarom gebruikt Wieringa zijn herhalingseffecten om (als) dichter bij een dergelijk mysterie te komen. Een zekere saaiheid, soms op het irritante af, weerhield me bijna om door te lezen. En die geforceerde korte zinnen waarin de schrijver laat horen hoe strak hij zijn materiaal beheerst. En die flinke toon waarmee de schrijver bewijst dat hij zijn wijsheid graag wil laten horen via het gegeven van het geweld en het oog in oog met de dood ('Koppen dicht! riep hij moedig tegen een zaal rumoerige jongeren toen hij er voorlas). Een toon die alleen maar versterkt wordt door de prijzingen die hem ten deel vielen en die ik ook met deze prijzing weer dreig te versterken zodat het mysterie wordt overstemd. Zou de prijzing lukken, dan kleeft ook daar het nodige geweld aan.

Want het gaat om het zwarte hoofd van de neger, zoveel is duidelijk. Zoals in Sonny Boy, die zijn ouders hielp om zichzelf en de Joden door leven en dood te helpen. Ook bij Wieringa gaat het om de poging de tocht te volbrengen, zoals in Platonovs Dzjan waar de beschaving barbaars is geworden en de messiaanse kracht alleen in de woestijn kan ontstaan. En in Exodos natuurlijk.

De neger is doodgestoken door een groepje vluchtelingen ergens in Rusland. Zijn hoofd wordt afgesneden en later vereerd.

Stel dat de lessen van Girard blijven doorklinken. Dan is de moord op de neger niet minder dan logisch. Het begeerde doel lokt een mimetische dynamiek uit die zich als geweld ontlaadt op de zondenbok. Precies dat proces keert zich - o mysterie! - om in de zondenbok zelf. Hij wordt het aanbeden symbool van onschuld en verleent zin aan de geschiedenis van allen die aan dat proces deelnemen.

De herhaling is gesymboliseerd in commissaris Pontus Beg (denk aan Pontius Pilatus en aan de bruggenfunctie van een priester, 'pontifex'). Hij wil Jood zijn en erkent dus de exodos. Maar hij ziet ook de religieuze strekking van de moord op de neger, van gojim dus. Herhaling, doorgang, overgang. Want hij wil dat de jongen Jood wordt, ook al is hij het niet van geboorte, en naar Israël gaat.

Het lijkt of profeet Wieringa (in naam van Lascaris, in naam van Girard, in naam van 'De naam') zegt: pas op met jullie veroordelingen, van Israel, van het negerhoofd. Precies daar is de kern van jullie religie gelegen. En of je eraan wil of niet, het verfoeide symbool kan ineens jullie redding worden.

Die redding is onweerstaanbaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten