maandag 30 juli 2012

Medea door Pucci

Medea lijkt te passen in Euripides' zucht om vrouwen als kenmerk van boosaardig irrationalisme neer te zetten.
Daartegenover kun je haar romantisch opvatten als vertegenwoordigster van oneindige passie die soms samenvalt met het ideaal van rechtvaardigheid. Medea is door Jason bedrogen en heeft alle recht hem terug te pakken.

Pietro Pucci omzeilde in de jaren '70 deze oppositie en vroeg om medelijden voor Medea. Niet omdat ze slachtoffer van Jason was, maar van haar eigen retorische strategieën. Die strategieën omschrijft Pucci als 'violence of pity'. Medea weet al dat ze haar kinderen zal vermoorden, maar doet met haar retoriek een beroep op het medelijden van de anderen. Ze lijkt uiteindelijk te winnen omdat ze naar Athene vlucht, het paradijs van artistieke idealen.

Maar haar geluk is allerminst eenduidig en massief. Ze heeft een hoge prijs betaald en alle bijproducten van haar retorische strategie kunnen zich alsnog tegen haar keren. En hoewel ik het volgende niet tegenkom bij Pucci: Medea zal als exotische vrouw 'autochtonos' moeten worden, geboren uit de aarde zonder tussenkomst van een man. En dat terwijl ze door tussenkomst van koning Aigeus haar redding heeft bereikt.

De volgende stap zou kunnen zijn dat we het medelijden waartoe Pucci ons oproept scherp onderzoeken. Maar dat zou niet meer zijn dan een herhaling van zijn eigen analyses, nu toegepast op hemzelf. Interessanter is misschien de vraag of de structuur van Medea generaliseerbaar is. In hoeverre zijn we erfgenaam van het 'autochtone' Athene en wat moeten we daarvoor zoal betalen? Welke geesten bezweren?

Onder de kop 'prijzingen!' valt het Griekse theater waarin Dionysos en Athena werden geprezen, en de schrijvers en acteurs bejubeld. De politieke impact van dit theater is door Michiel Leezenberg verwoord via de parrèsia, de vrijmoedigheid in het spreken. Geen democratie zonder parrèsia.

Welnu, via Pucci zou je de retorica als farmakon kunnen invlechten in de democratie. Farmakon: remedie en gif. Zo'n analyse gaat mijn krachten teboven, maar ik heb sterke behoefte aan een voorstelling die hem zou kunnen illustreren.
Zou je hier niet kunnen wijzen op de offerlogica of kindermoord? Is de democratische belofte niet altijd verdeeld tussen twee idealen: 1) een gemeenschap van soevereine beslissers en 2) het medelijden met degenen die aan deze gemeenschap worden opgeofferd?

Parrèsia zou deze idealen verbinden door het zelfoffer te praktiseren of riskeren, het zelfoffer waarmee de tyran kan worden getroffen in naam van de democratische gemeenschap. Medea voegt hier aan toe dat het geofferde individu (Medea zelf) niet wil worden uitgelachen door de tyran, ze wil zelf gered worden. Het Atheense kunstparadijs heeft binnen de democratie dus zijn noodzakelijke plaats, niet alleen als plaats van parrèsia, maar ook als plaats van immuniteit en idealisering.

Ik moet denken aan zoiets als de Olympische Spelen. Maar misschien is de democratie zelf ook niet meer dan een plaats vanwaar de macht kan worden uitgeoefend door fascinatie en zonder zichzelf onnodig kwetsbaar te maken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten